zaterdag 9 juni 2007

De kunst van het kijken (3)

Dit is de derde aflevering in een reeks die is gebaseerd op het boek Jon Thompson, De kunst van het kijken, Ludion, 2006. De auteur bespreekt een tweehonderdtal ‘moderne’ schilderijen.
De opzet van deze stukjes is dat ik eerst beschrijf wat en hoe ik zie, pas nadien de tekst van Thompson lees en zo nodig mijn ‘lezing’ van het schilderij aanvul.

Frederic Edwin Church, Cotopaxi, 1862

Waw!, is dát een vulkaanuitbarsting? Ja, we kenden het wel, van horen zeggen – maar nu zíen we het: rook uit een berg. Vuur. De hemel verduisterd door een giftige wolk van roet en stof. De dood, mens en dier daar voor uit vluchtend.

Zoiets kun je alleen schilderen in een tijd zonder veralgemeende natuurfotografie. De pioniers van de gevoelige plaat waren in het (toen nog) Wilde Westen nog maar net begonnen met het vastleggen van hun fascinatie voor woeste, grootse, ongerepte, mens-verpletterende landschappen. Carleton Watkins, zo leert mijn handboek fotografiegeschiedenis, trok in 1861 met zijn driepikkel de Californische bergen in. De banalisering van de natuur door de talloze natuurdocumentaires op tv lag nog in een verre toekomst. Wij kijken niet meer op van een vulkaanuitbarstinkje min of meer – ook al hebben we er nog nooit een met eigen ogen gezien en is de kans zelfs klein dat zoiets ooit zal gebeuren. Wij zien nooit nog iets voor de eerste keer.

1862. Het begrip ‘vulkaan’ is bekend, er bestaat behoefte aan een voorstelling. De schilder komt tegemoet aan die behoefte en drukt in de manier waarop hij dat doet uit hoe zijn tijd tegen de natuur aankijkt. De natuur is vreemd, laat zich niet beheersen. Zij is mooi ook (kijk naar het spectaculaire landschap op de voorgrond, de zich in het water spiegelende zon) en tegelijk lelijk en vervaarlijk. Zij is ongenaakbaar, subliem. Zij onttrekt zich aan alle menselijke categorieën. Soms schudt en beeft de natuur en spuwt zij vuur, als een getergd monster. Dan is de mens klein en onbeduidend. Zie hem daar staan, nietig, links onderaan in dat door twee bomen gevormde medaillon. Nauwelijks zichtbaar, eigenlijk – en nu ik goed kijk, ben ik het zelfs niet eens meer zeker of daar wel een mens staat afgebeeld.

Het is een ontnuchterende vaststelling: de natuur is niet op mensenmaat gemaakt. De schilder probeert iets van dat verbijsterende besef over te brengen. Maar in het documentaire, verslaggevende karakter van zijn opzet steekt toch al iets van de wil om uiteindelijk, ooit, álles te beheersen. De blik is objectiverend en maakt de vulkaan alvast een béétje kleiner en minder ontzagwekkend. In dit schilderij zie ik dan ook niet het mythologiserende, het existentialistische van Caspar David Friedrich (aan wie je bij het bekijken van dit schilderij spontaan denkt): zijn natuur was veel antropomorfer, een uitbeelding van emoties. Neen, Church’ blik – die trouwens een paar decennia na Friedrich komt – is wetenschappelijker.

Thompson:
Het doek meet 122 x 216 cm, ik had het nog groter verwacht. Church, zegt Thompson, was een aanhanger van Alexander von Humboldt: een wetenschappelijke blik, vermengd met religiositeit. De schilder was, tijdens een reis naar Zuid-Amerika, getuige geweest van een uitbarsting van de bijna 6.000 meter hoge Cotopaxi in Ecuador. De schetsen die hij toen maakte, gebruikte hij pas vijf jaar later voor zijn schilderij. Thompson dicht Church’ dramatische natuurschilderingen een allegorische waarde toe: als deze Cotopaxi er dreigend uitziet, dan omdat de Amerikaanse Burgeroorlog pas begonnen is. Zijn ‘beelden van extreme natuuromstandigheden […] verwijzen naar een wereld die op de rand van moreel verval verkeert’. Church was ook, zo vernemen we, een commercieel schilder: niet een die iets zou schilderen waarvan hij niet al op voorhand zeker wist dat hij het verkocht zou krijgen. Ja, zijn schetsen bleven vijf jaar in de lade liggen. Overigens: de picturale retoriek om spectaculaire natuurbeelden te gebruiken ter duiding van een menselijke aangelegenheid is allang in onbruik geraakt. Omdat we van de natuur vervreemd zijn en niet meer opkijken van haar wonderen? Een probleem hoeft dat niet op te leveren: we hebben intussen genoeg andere middelen gevonden om het ‘moreel verval’ uit te beelden!