dinsdag 26 mei 2009

dag 634

090512 dinsdag
Iemand moet gisteren flink hebben rondgestruind op de blog want er werden liefst 353 pageloads genoteerd. Er waren 41 bezoekers die er al eens eerder zijn geweest. * Met de trein van 8 naar Brussel. De Hessebiografie van Prinz. Wat een onmogelijk rotjoch is die Hesse geweest, zeg! * […] * Op de terugweg val ik in een diepe slaap, waaruit ik pas vlak voor Gent ontwaak. Dat is nog niet veel gebeurd. De rest van het traject: Prinz. * Mails […]. * […] *
Overschrijven (117)
[…] eind augustus [1900] neemt Hermann twee weken vakantie, die hij alleen doorbrengt aan zijn geliefde Vierwoudstedenmeer. Daar zoekt hij “een weg van het kijken naar de natuur naar het werkelijke leven daarin”. De dagen brengt hij door met hengelen, wandelen en zwemmen. En urenlang laat hij zich in zijn boot met een fles wijn aan boord op het meer dobberen en slaat het lichtspel op het water gade. Een keer, bij het zien van een wolk, neuriet hij onwillekeurig een melodie voor zich heen en daaruit ontstaat onvoorzien een gedicht aan Elisabeth, de verre aanbedene. Zo, denkt hij achteraf, zou literatuur moeten zijn: niet gemaakt, maar “half onbewust” aan een belevenis ontsnapt.

Alois Prinz, De bekoring van het begin, 103
* G komt langs. We hebben het over zijn tentoonstelling in Kortrijk, over kunst maken en het kunstenaarschap, het verleggen van de ambitie van een externe drijfveer (erkenning en eventueel roem) naar een interne (de vreugde van het máken), over de manier waarop we leven, het genot van een vrije dag, over reizen en registreren, de angst voor het vergeten, hoe de wil om vast te leggen al de beleving zelf beïnvloedt en stuurt. * Wanneer G weg is, lees ik nog in Prinz.