vrijdag 29 oktober 2010

terugblik 49 (725/1000)


Op dezelfde dag gemaakt als de vorige (en in hetzelfde pand): soms heb je van die begenadigde dagen waarop je zelfs twéé foto’s weet te maken die vier, vijf jaar later nog altijd deel uitmaken van je dagelijkse werkelijkheid. Ze hangen aan een muur, ingelijst en wel. Ze spreken nog altijd tot je verbeelding.

Tot de verbeelding spreken – wat een rare uitdrukking, eigenlijk.

Deze foto doet dat zeker. Toch bij mij. Ik geraak er niet op uitgekeken. Hoe die hond gelijkt op zijn baasje. Hoe die mensen met elkaar verwikkeld zijn, hoe ze een eigen wereld vormen – ik bedoel: een die afgescheiden is van die van het hondje. Hoe de hond de grond besnuffelt en de mensen elkaar. Hoe het tegenlicht op de vloer valt. Hoe die man links bijna buiten het kader valt. Hoe dat hoedje zo mooi op dat hoofd blijft staan. Hoe die vrouwen overduidelijk iets totaal anders bespreken. Hoe hun gelaarsde benen zijn geplant. Hoe die groene rok valt.

Ja, ik kan er naar blijven kijken. En het intrigerendste is: de nadrukkelijkheid waarmee dat hondje centraal blijft staan. Eerst zie je de hond. Dan heb je heel wat werk te verzetten met de mensen op de achtergrond. En dan keer je terug naar het hondje en je stelt vast dat het daar nog altijd heel centraal in het beeld aan het snuffelen is. Dat stelt gerust.