dinsdag 16 november 2010

Potiche

Postuurtje, sloof. Dat is wat ‘potiche’ kan betekenen. Of, metonymisch: ‘iemand met een uitsluitend representatieve functie’. In de nieuwe film van François Ozon betekent de titel ‘Potiche’ vooral: ‘sloof’. Al blijft Catherine Deneuve, zolang ze die sloof is, eigenlijk ook wel een representerend postuurtje: een element in het decor van de schone huwelijksschijn die paraplufabrikant Pujol (Fabrice Luchini) wenst hoog te houden.

Potiche is een geestige komedie. Een grappige vaudeville, theatraal opgebouwd en geacteerd, een op en top Franse klucht – en met op en top bedoel ik onder meer het zeer talige karakter, de overvloed van woorden en wendingen – met de typische ingrediënten van bedrog, hypocrisie, overspel, oude liefdes die komen bovendrijven, argeloosheid, geslepenheid, verraad en goedertrouwe personages. Personages, ja, dat kun je wel zeggen. De acteurs spélen een rol – en ook over dat spélen gaat het in deze film. Want het zijn heel beroemde acteurs, levende iconen van de Franse cinema: behalve Deneuve en Luchini ook Gérard Depardieu en nog een paar mindere goden. Ze kunnen in deze film uiteraard niet om hun eigen status heen en Ozon expliciteert de eer die hij deze coryfeeën wenst te betuigen door hen behalve hun eigen rol (in het ‘stuk’ Potiche) als het ware ook zichzelf te laten spelen. Luchini is zijn cabotinerende zelf; Deneuve speelt Deneuve en dat doet ze, geholpen door haar imposante kapsel, met de haar kenmerkende plechtstatigheid; Depardieu is wat hij geworden is: de tomeloos uitdijende filmster die slechts van verre nog herinnert aan de beau garçon uit de tijd van Les Valseuses maar die wél nog met gedragen dictie en ingehouden lichaamstaal een zeer waardige interpretatie weet af te leveren.

Scenario en regie zijn in deze film veel maar niet alles. Potiche is behalve een geestige karakterkomedie ook een sociaal-economisch pamfletje – met als decor de crisisjaren zeventig, met oranje en bruin als overheersende kleuren! Ozon maakte namelijk een speels en liefdevol pleidooi voor een maatschappij waarin vrouwen een prominentere plaats innemen. Een massascène tegen het eind van de film aan is in dat opzicht gedenkwaardig: Catherine Deneuve weet op een verkiezingsmeeting als heuse pasionaria (mét permanent) alle aandacht naar zich toe te trekken: in het licht van de felle spots schrijdt zij in haar eentje door de wijkende massa als indertijd het hele volk Israëls door de Rode Zee.