donderdag 8 december 2011

mijn woordenboek 346

APOLITIEK


Hoe beperkter de vrijheid van onderdanen, hoe groter hun politieke betrokkenheid. Kijk naar de gretigheid waarmee de ingezetenen van de Oostbloklanden met hun grauwe kleren en veel te grote brillen en dampende Trabantjes het westerse kapitalisme en de bijhorende democratie omarmden; kijk naar de doodsverachting waarmee totalitaire regimes worden bestreden – met de man die in China voor een tank ging staan als icoon; kijk naar de verbetenheid waarmee tienduizenden Noord-Afrikanen, Jemenieten, Syriërs en nu Russen het voorbije jaar voor meer inspraak hebben gevochten. Kijk ook naar de opkomst bij verkiezingen die in jongere democratieën altijd opvallend hoog is, in elk geval hoger dan in oudere, verdoofde, ingedommelde democratieën. Zoals de onze. Een apolitieke houding gedijt – mutatis mutandis – het best waar de vrijheid niet in gevaar is.

Een democratisch bestel heeft, zeker in vergelijking met dictaturen en tirannieën die het niet nauw nemen met wat wij ‘de mensenrechten’ noemen, vele voordelen maar toch ook een paar minpuntjes – en het is vreemd te moeten vaststellen dat daarop een taboe rust. Het vergt politieke incorrectheid om die minpuntjes ter sprake te brengen. Een ervan is dat een democratie uit zichzelf niet bij machte lijkt om te beletten dat bij de talrijken die het voorrecht genieten er in te kunnen leven een neiging tot apolitieke instelling ontstaat. In een democratie lijkt niet alleen het bestuur maar op den duur ook het denken te worden gedelegeerd – en dat maakt een democratie tot een bij uitstek gevaarlijke bestuursvorm: de onderdanen worden minder alert en zijn daardoor een gemakkelijke prooi van misleiding. Bijvoorbeeld door het feit dat het democratisch systeem waaraan zij hun macht hebben afgestaan onmerkbaar verglijdt tot iets wat nog wel de gedaante van een democratie aanneemt maar het eigenlijk niet meer is.

Wij, die zolang ingedommeld waren, worden in deze onstabiele tijd bruusk uit onze illusie gewekt. Wij worden wakker en stellen vast dat de muren dik zijn, de ramen klein en de tralies ervoor stevig. Bovendien zit de deur op slot. Wij zitten gevangen in een systeem dat ons heeft ingepalmd zonder dat wij daar iets van hebben gemerkt. Of misschien hebben wij er wel iets van gemerkt, maar dan hebben wij er toch niet adequaat op gereageerd. En dat systeem blijkt niet te zijn: een democratie. Wij huilen, wij voelen ons bedrogen, wij rukken ons de haren uit het hoofd: waren wij al die tijd maar niet zo apolitiek geweest!

Maar wat voor een systeem is dat dan waarin wij ontwaken? Het is een systeem dat perfect overeenstemt met de makke, luie, gedachteloos consumerende en de neus voor politiek ophalende schapen die wij intussen geworden zijn. Schapen die de politici zakkenvullers noemen. Schapen die zien dat de hebzucht die hen drijft ook op de hoogste niveaus een drijfveer is. Schapen die zien dat de wolscheerders het meeste macht hebben. Eenzame schapen bovendien, die op zoek naar het groenste gras de kudde uit het oog verloren en het blaten verleerd zijn.