dinsdag 8 mei 2012

schrikkel 119 / de dingen 70


Een loep. Ik maak er af en toe, en eigenlijk steeds vaker, gebruik van. Niet om de kleine lettertjes te lezen op een contract, want die lees ik nooit. Maar wel om andere kleine lettertjes te lezen. Op een landkaart bijvoorbeeld. In mijn Times Atlas of the World. Die zou ik nu beslist een maat groter kopen.
Het was tot voor kort een voorwerp dat in mijn hersencatalogus alleen maar onder ‘vader’ bestond. Mijn vader, namelijk, zag erg slecht. Hij liep op jonge leeftijd een infectie op de oogzenuw op en werd in extremis voor blindheid behoed door een operatie waarvoor, hou u vast, een trepanatie nodig was. Ik was gelukkig nog niet geboren toen de feiten die ik hier aanhaal zich voordeden, ik zou de ervaring niet hebben overleefd van de schrik.

Met trepanatie, overigens, bedoel ik hier niet een schedelboring, wat de meest gangbare betekenis is, maar een schedellichting. Griezelig hé? Alsof je een blik zwanworstjes opentrekt. Of cornedbeef. Haha.

De operatie redde het gezichtsvermogen van mijn vader. Het was zwaar en irreversibel aangetast, dat wel, maar toch nog gered. Hij kon tv kijken, van op een meter van het scherm, en lezen ging ook nog net. Met een dubbele bril op zijn neus (vier glazen in totaal!) en een loep. Dat was een behoorlijk omslachtige onderneming, en bovendien las hij veel en graag. Het is een beeld dat ik niet vergeet: mijn vader, lezend met bril en loep.
En kijk, nu ligt hier ook een loep. Een goedkoop exemplaar, voorlopig volstaat het wel. Iedere keer dat ik er gebruik van maak, denk ik aan mijn vader.