woensdag 10 oktober 2012

schrikkel 269b

In deze tijden van massaal verkiezingsgebus zie ik een atypische einzelgänger iets ánders dan verkiezingspropaganda aan de man brengen. P. van De Werf. Hij gaat rond met folders van het Brugge Jazz-jazzfestival. P. is een veelkleurige verschijning in het straatbeeld, nogal atypisch in de kleren gestoken, zou je kunnen zeggen. Behangselpapiermotieven, een oud gordijn, een toile cirée-dessin: het kan bij P. allemaal. Hij of zijn vrouw, of allebei, kunnen goed naaien. Maar het is mooi, vind ik. Excentriek en eigenzinnig maar mooi, en dat moet ook kunnen. Ook in het brave Brugge. P. rijdt zijn kinderen rond in een bakfiets en kijkt naar de wereld door een bril die nu modieus is maar toen ik hem voor het eerst op P.’s neus zag nog niet. P. houdt, klaarblijkelijk, van eigenzinnige deuntjes die dissoneren met de monotone lijnen van de normaliteit. Hij groet mij als ik hem zie, zoals ik hem groet. Zonder dat we elkaar goed kennen, eigenlijk. Maar ’t heeft iets speciaals, zo naar elkaar dezelfde naam uitspreken. Want P. heet ook Pascal, zoals ik. Ik vind het moedig van P., dat hij zijn jazzfolders bust. Ik maak een foto van hem. Ik doe, samen met S., dezelfde stadswijk, blijkbaar. Maar dan niet voor een jazzfestival. Wel voor de verkiezingen. Ik heb zo een donkergroen vermoeden dat P. misschien wel voor mij zou kunnen stemmen. Hoewel, ik ga niet naar zijn jazzfestival. Enfin, we zien het wel. Iedereen doet wat hij moet. En als iedereen daarenboven nog eens iets waardevols zou doen wat hij niet moet doen, dan kan de wereld daar alleen maar beter van worden.