donderdag 27 december 2012

schrikkel 343b

Op het portaaltje bovenaan de trap van mijn ouderlijk huis (twee vierkante meter waarop vier deuren uitgaven: drie slaapkamers en de badkamer, en bovenin zat het luik naar de zolder) – op dat portaaltje dus hing er ook een: tussen de deur van de slaapkamer van mijn ouders en de deur van de slaapkamer die ik met mijn broer deelde. Het was een wijwatervatje met een lichtgevende madonna, maar het werd niet gebruikt. Het reservoirtje was niet met gewijd water gevuld, en wij konden ons dus niet, gesteld dat wij dat al zouden gewild hebben, devoot en kruisgewijs besprenkelen. Maar het hing er wel en in donkere nachten fungeerde het toch, door zijn fluorescerend vermogen, een beetje als een baken. Nu zie ik dat de ‘wijwatervaatjes’ in reclame zijn. Ik bespaar mijzelf – en u – de bespiegelingen over onttovering, desecularisatie en ontkerstening die daarbij, zonder het minste leedvermaak, spontaan in mij naar boven komen. Ik zie daar iets hangen wat mij met heel in de verte iets van weemoed doet terugdenken aan een ver verleden. Het straalt een heel flauw licht uit en het staat al vele jaren droog.