donderdag 10 januari 2013

los ingeslagen 62


2 december 2012
 
We hebben het over het onvoldoende besproken thema ‘ansichtkaarten’. M.-A. meldt dat haar zoon E. van op zijn eerste kamp met de jeugdbeweging liet weten: ‘We amuseren ons te pleter (sic)’. S. vertelt hoe ze naar huis briefde van op de boerderij waar ze een lange vakantieweek doorbracht: ‘Alles verloopt normaal: de hond blaft, de koe loeit, de haan kraait’.

J. vertelt een anekdote over zijn vriend L., hoe die als 18-jarige reageerde op een bede van Gerard Reve, maar J. als medeplichtige inschakelde om het antwoord van de Grote Volksschrijver te capteren. L. vreesde namelijk zijn vader, een ware ‘Sherlock Holmes’ die in staat was om te merken dat er een stoel verplaatst was: ‘Hij zag alles’. En hij zou dus zeker de bede van een knapenschender detecteren. Daarom vroeg L. Reve om te antwoorden p/a J. En zo gebeurde het dat J. in het bezit kwam van een invitatieve ansichtkaart uit Le Poët-Laval, zoals elke rechtgeaarde reviaan weet gedurende enkele jaren de verblijfplaats van de schrijver van De Avonden: daar was het ook dat hij eigenhandig zijn Geheime Landgoed uit de rotsen wist te houwen, niet eerder dan na deze herhaaldelijk te hebben beplengd met door manipulatie van zijn Geheime Deel verkregen liefdesvocht – maar we dwalen af. Op de voorzijde van die kaart, voorstellende de hoofdstraat van Le Poët-Laval, had de Aanbidder van de Moeder Gods en auteur (maar toen nog niet) van Bezorgde ouders een zeker huis met door middel van speldenprikken verkregen gaatjes omcirkeld en ‘in het blauw’ in het heldere zwerk boven de bebouwing met een pijltje en de eenvoudige handgeschreven boodschap ‘Hier is het’ aangegeven waar zijn jonge aanbidder L. zich voor een snelcursus revisme kon aanbieden. J. overhandigde zijn vriend L. het document, dat tegenwoordig ongetwijfeld de status van collector’s item moet hebben verworven – zij het dat helaas niet L. daarvan kan profiteren want tijdens een kortstondig verblijf in de grote stad K. werd het kleinood, dat een tijdelijk onderkomen had gevonden in de binnenzak van zijn in alle vertrouwen aan de kapstok van het plaatselijke cultuurhuis opgehangen jas, ontvreemd. Of de dief, zich als ‘L.’ aanbiedend, zich spoorslags naar Le Poët Laval heeft gerept, is niet bekend.