donderdag 25 april 2013

los ingeslagen 87


20 februari 2013

Waarom schrijf je het niet allemaal op?, vroeg C. mij gisteren, toen ik haar een beetje over mijn moeder vertelde. Ja, inderdaad, waarom schrijf ik het niet allemaal op. Ik zou een boek over haar kunnen schrijven. (Maar dat kun je over elk mensenleven, een boek schrijven. Ook het minst interessante. Ik bedoel: ook het minst interessante mensenleven. Al kun je natuurlijk ook zeer oninteressante boeken schrijven over interessante mensenlevens.)

Wanneer is een mensenleven interessant? Dat is alvast een zeer interessante vraag. Neem eens de proef op de som en vertel je eigen leven. Is het interessant? Hoeveel hoogtepunten, spanningslijnen, rode draden tref je aan? Zou je een gezelschap weten te boeien met je verhaal? Of zou je het van de manier moeten hebben waarop je je verhaal vertelt?

Elke levensloop is een plot – alleen is het vaak jammerlijk voorspelbaar. In het geval van mijn moeder nam de voorspelbaarheid in de loop der jaren toe. Ze startte onvoorspeld: ze was ‘een achterkomer’. De oorlogsjaren vormden het laatste grote avontuur in onze contreien en zij maakte dat avontuur mee. Zij ontsnapte aan het keurslijf van haar zeer voorspelbare omgeving: boers, katholiek, provinciaal, Zuid-West-Vlaams. Zij belandde in een maalstroom van rampspoed, calamiteiten, ongeluk. Zij moest haar taal achterlaten, haar achterban, haar evidente kindergeluk. Haar huwelijk was ongelukkig. Twee van de vijf kinderen die zij op de wereld zette, stierven voortijdig – hoewel zij het nooit met zoveel woorden zei, moet dat haar hebben getekend. Haar kinderen en haar man verlieten een na een het huis dat zij met veel moeite had verworven en onderhouden. Zij was voortijdig oud en versleten.

Dat is summier haar leven. Een leven. Natuurlijk valt er ook wel hier en daar iets positiefs over te zeggen. Maar de wet le bonheur se raconte mal is onverbiddelijk. In die zin is haar leven zeker in een boek te vatten want er was heel wat malheur. Zou ik het alsnog doen? Ik denk het niet. Mijn informatiebron is weg. Wat ben ik blij dat ik een jaar of zes geleden haar nog enkele anekdotes heb weten te ontfutselen.