zaterdag 22 februari 2014

Peter Buwalda, Bonita Avenue



Wanneer je na 540 bladzijden terug boven water komt, besef je hoe onweerstaanbaar Peter Buwalda je in zijn constructie heeft meegezogen, ondergedompeld, kopje onder heeft gehouden. Je hapt naar lucht en vraagt je af hoe hij het voor elkaar heeft gekregen.

Met een alles bij elkaar niet eens zo ingewikkeld verhaal, voorstellende een familiaal debacle, gespiegeld aan de vuurwerkramp in Enschede in het jaar 2000 alweer, houdt Buwalda onze maatschappij een spiegel voor. Op het vlak van relaties (al dan niet samengesteld of wedersamengesteld) en een totaal van de romantische liefde en huwelijkstrouw losgeweekte seksualiteit zijn we behoorlijk ontspoord en niet in staat gebleken het samenleven op een even veilige en duurzame wijze te organiseren als tot voor kort, met alle bijhorende verveling en uitgeblustheid, wél het geval was. De schade voor onze kinderen, als gevolg van al dit relationeel geklungel, is enorm. We lopen verloren in de luchtkastelen van vrijheid, ambitie en veel te hoge verwachtingen; we laten ons een consumeerdrang en een levenstempo opdringen die we fysiologisch en psychologisch niet aankunnen; we hollen onszelf voorbij en merken te laat dat we het niet eens gemerkt hebben dat de poort van het paradijs achter onze ruggen is dichtgeklapt.

En de sleutel zijn we kwijt. De onbekommerde huiselijke en familiale vreugde van Bonita Avenue keert nooit weerom.

Daar was het, in een huis aan Bonita Avenue, Los Angeles, dat Joni Sigerius haar onbezorgdste tijd doorbracht, samen met haar zus Janis, haar moeder Tineke en haar stiefvader Siem. Twee ouders die elk hun ongelukkig huwelijk konden ontvluchten en voor enkele jaren vrede vonden bij elkaar. Maar demonen uit het verleden, de aangerichte schade en nieuwe bedreigingen voeren het gezin naar de ondergang. De belangrijkste demon is Wilbert, Siems zoon uit zijn eerste huwelijk, door zijn vader grofweg achtergelaten en uit het zicht verbannen. Zeker nadat hij zich aan een zwaarwichtig crimineel feit heeft bezondigd. Hij verdwijnt een tijd achter de tralies, maar ook die gevangenis is niet voor altijd. Hij keert terug. En vanaf dan gaat alles naar de verdoemenis.

De synchroniciteit tussen het uit elkaar spatten van het gezin en de vuurwerkramp is een kwestie van constructie. De metafoor is duidelijk, en er is context. Hollandse context, maar toch context.

Aaron Bever is het vriendje van Joni, met wie zij een pornobusiness van de grond krijgt. Eind jaren negentig, seksfoto’s op het internet waren nog lucratief. Joni’s ijskoude en op onversneden exhibitionisme gestoelde opportunisme worden op het eind van het verhaal danig afgestraft. Hoewel. Het einde van het boek valt niet samen met het einde van het verhaal. Bijna een decennium na de dramatische afloop van het eerste deel van het verhaal, zo hebben we eerder in het boek vernomen, baat Joni cynisch haar sterkste punten gewoon verder uit. Zij heeft het door Aaron verwekte kind, dat voorbestemd leek om te worden weggemaakt, gehouden – het is geboren, het leeft, het kwaad kan worden gecontinueerd.

Aaron wordt door zijn geestelijke vader Buwalda een beetje gemakkelijk opzij geschoven, op een doodlopend zijspoor gezet. Nu ja, zo gaat dat met romanpersonages: ze kunnen niet allemaal een mooie catharsis krijgen of met dramatische bravoure ten onder gaan. De warboel die Aaron van zijn leven heeft gemaakt vertaalt zich in de warboel in zijn hoofd: psychose!

En dan is er Siem. Siem Sigerius. Hij vertegenwoordigt de kracht, het optimisme, het naïeve elan waarmee alles wat goed is in dé mens zich, indien gecombineerd met zwakheid, maar al te gemakkelijk uitlevert aan wat sterker is: hebzucht, een onverwerkt verleden, een seksueel instinct dat zich, indien niet goed ingebed, gedraagt als een ongeleid projectiel. Siem is niet veel minder dan een uomo universalis. Hij verenigt in zich zowel fysieke excellentie als intellectuele uitmuntendheid. Hij is judokampioen én wiskundig genie, een Geesink en Euwe in één persoon. Maar hij is zwak in zijn zucht naar macht. En naar de erotiserende werking deszelven. Waardoor hij vergeet stil te staan bij het evidente, het nabije. Bij wat hij in handen heeft. De goedige goedheid van zijn tweede vrouw, Tineke, die in haar eerste huwelijk twee prachtige kinderen op de wereld heeft gezet en daarnaast ook uitstekend met haar handen uit de voeten kan. In het máken ligt de enige zin: ouderschap en creativiteit. Siem ziet het niet. De huwelijkse seks blijkt niet bestand tegen de tijd, hij gaat het op een ander zoeken, wordt belaagd door de gevolgen van wat hij in een vorig leven niet heeft kunnen ten goede ombuigen. Hij kan niet anders dan ten onder gaan.

Deze predestinatie vertaalt zich in de culot die Buwalda zich aanmeet. Hoe Siem Sigerius aan zijn einde komt, vernemen we al vrij vroeg in de roman. Buwalda legt zijn kaarten meteen op tafel. Maar het blijft spannend. Alleen de grote talenten kunnen zich een dergelijke zelfverzekerdheid permitteren. Hoe krijgt hij het voor elkaar?

Met zijn vertelkunst. Met zijn stijl. De helderheid van de beschrijvingen, de pertinentie van de vergelijkingen, de grote herkenbaarheid van de karakters. Siem, Joni, Aaron. Zij zijn de hoofdpersonages, die elk om beurt een hoofdstuk aanvoeren. De mannen in de derde persoon, Joni als ik-figuur. (Zij is het dan ook die haar Bonita Avenue-paradijs is kwijtgespeeld, maar ook is zij de enige die de hele geschiedenis min of meer overleeft.) De dragende structuur van dit barokke bouwwerk blijft zeer overzichtelijk. En er is de humor. En de totale afwezigheid van moraliserende expliciteringen. Buwalda lijkt maar al te goed te beseffen dat preken in deze tijd genadeloos worden afgeketst. Bij hem geen belerend vingertje, geen intellectualisme. Wel een spannend en coherent plot, een rotvaart en een groot vermogen om ten aanzien van deze al te menselijke personages empathie op te wekken.

Maar ondertussen, als het ware onderhuids, is Bonita Avenue toch wel een genadeloos strenge kritiek op ons hedonistisch en narcistisch consumententijdperk, een  grondige en zeker niet overdreven schets van een cultuur die zichzelf in ijltempo aan het voorbijhollen is en die – inderdaad, zoals de Enschedese vuurwerkramp voorspiegelde, uitgerekend in het symboolzwangere millenniumjaar – onweerstaanbaar afstevent op de grote kladderadatsch.

Ontspannend? Ja! Meeslepend? Zeker! De grote Nederlandse roman?  Neen. Bonita Avenue is een grote westerse roman. Niet de maar een. Een roman van deze tijd. Een tijdsbeeld.