dinsdag 29 juli 2014

tour 108



10 mei 2014

dag 12.4

 
In het volgende dorp, Pexiora, koop ik chez Pascalou een fles water. Terwijl ik de inhoud van de nieuwe fles overgiet in de lege Perrier-fles die ik al de hele reis in mijn bidonhouder meevoer (niet omwille van het prestige van Perrier maar omdat de vorm van die fles nu eenmaal het best in die houder past), steekt Pascalou de straat over om zijn vrienden van de bakkerij goeiedag te gaan zeggen. Maar er komt een nieuwe klant aan – zo’n drukte is Pascalou duidelijk niet gewend – en Pascalou moet terugkeren naar zijn winkel. Ik maak net aanstalten om met de nieuwe, nu lege fles naar het vuilnisbakje bij de bank op het pleintje een beetje verderop te lopen. Geef maar hier, zegt Pascalou, zo’n fles hoort daar niet. Die stoppen wij in de recyclagebak. Iets van terechtwijzing klinkt in zijn stem door. Toch verheugt de attitude van mijn naamgenoot mij in hoge mate. De Fransen zijn er aanzienlijk op vooruitgegaan. Milieu, ecologie, recyclage – het was lange tijd aan hen niet besteed. Het leken wel Antwerpenaren. Nu echter kun je geen tv-post openzetten, of je ziet in de reclameboodschappen (en die zijn moeilijk te omzeilen want ze zijn er zowat altijd; de programma’s ontvouwen zich hier tussen de publiciteit door en worden al voor een groot deel bezet door aankondigingen met betrekking tot wat er na le pub zal te zien zijn) – of je ziet dus in de reclame een of andere verwijzing naar groen, ecologie, santé, duurzaamheid, enzovoort. Nu nog een beetje de vuilnis in de auto houden in plaats van in de berm te kieperen, wat spaarzamer omspringen met de ruimte, de energievoorzieningsindustrie omturnen van nucleair naar duurzaam, en dit land wordt nog een ecologische voortrekker.