vrijdag 6 maart 2015

op verhaal 40



Swipen

‘Ik kom meteen bij je zitten.’

Ze kijkt op van haar smartphone. Ze ziet er niet slecht uit. Niet helemaal het fotootje van op de site maar dat doen ze allemaal. Het net is: gunstiger laten uitschijnen dan het is.

Zie ze daar liggen, de frikandellen en bouletten. Gore smeerlapperij maar o zo lekker.

‘Ik zal niet smachten tot mijn tachtig,’ blokletterde ze nog. Ja, daar zat een fraai binnenrijm in. Onbedoeld allicht, hoewel, je weet maar nooit dat je op een dichteres gestoten bent.

‘Een klein bakje, alstublieft. En een frikandel speciaal.’

Zo, die keuze is dan toch weer eens gemaakt. Geen sinecure, het overvalt me iedere keer opnieuw: die twijfel bij de friturist, ik weet nooit wat te kiezen. De Bicky Burgers zijn altijd zo verleidelijk, maar God weet wat erin zit. Neen, zelfs Hij weet het niet.

‘Euh, tartaarsaus.’

‘Inpakken of eet u hier?’

‘We zitten daar.’

Niet inpakken dus.

Ik koop nog een gekoeld blikje Jupiler en ga bij haar aan tafel zitten. Samen eten is intiem. Dit is onze eerste keer. Het is niet de eerste keer de eerste keer, maar hoe dan ook.

‘Kom je hier dikwijls?’

‘Hoe is het met je? Zit je al lang op Tinder?’

Onze vragen kruisen elkaar en treffen geen doel.

‘Mag ik de zoutbus even? Dank je.’

Ze schuift mij het zout toe over het formica van de tafel: een gladde piste. Ik denk aan hoe ze swipet met die hand. Hoe ze de gegadigden achter het touchscreen van haar smartphone met een vlotte veeg naar vuur of vagevuur verbant. En dan maar hopen dat het de hemel wordt.

‘Hey, had je ook nog een late honger? Kom je hier dikwijls?’

Dat vroeg ik al – dit was dus niet de eerste keer. Op de televisie boven de friturist die achter zijn toog het vet ververst kweelt een zanger van het blauw in haar ogen en eeuwige liefde. Het is een zangwedstrijd.

De vrouw van de foto antwoordt. Ze zegt iets. Het is niet belangrijk maar ze heeft blauwe ogen, inderdaad, en we zitten hier met plastic prikkertjes tegenover elkaar. Het mijne is geel, het hare rood.

Een hapklare brok van mijn frikandel wrikken: het lijkt me opeens een onoverkomelijke aangelegenheid. Ik vraag me af wat er achter het vragenlijstje in mijn hoofd wacht.