vrijdag 15 mei 2015

los ingeslagen 222



(4 oktober 2001)

Tijdens de wandeling in het Paalbos realiseer ik mij dat niemand verhalen vertelt omdat niemand verhalen beleeft en dat niemand verhalen beleeft omdat niemand verhalen vertelt.

*

Ik wandel door de oude spoorwegbedding tussen Sparrestraat en Beukendreef. Daar zag ik ooit in een tuin – en ik vond het toen de moeite van het opschrijven waard, herinner ik mij – een kleine vuurtoren. Nu is deze folie bijna volledig aan het oog onttrokken doordat een klimopplant zich in de afsluiting naar boven heeft gewerkt. We zijn inmiddels drie jaar verder, realiseer ik mij. En nochtans: het komt mij voor dat de herinnering aan die eerste waarneming van het eigenaardige en opschrijvenswaardige bouwwerk van gisteren, of hooguit eergisteren, dateert.

*

Vanmiddag, omstreeks drie uur, een hevige kramp in de hartstreek. Ik veer recht, tast naar mijn borst, snak naar adem, sta in angst voor het raam naar buiten te staren (zonder iets te zien), en verdring meteen wat ik heb meegemaakt.