donderdag 23 juli 2015

los ingeslagen 246



12 november 2001

Ik begin in Mulish’ De ontdekking van de hemel. Had vanavond in de filmzaal kunnen zitten om naar de verfilming ervan te kijken. (‘De mens was niet voor zijn plezier op de wereld, vond hij, er moest geneukt worden […]’, van de 901 bladzijde 29, het nummer van mijn ouderlijke huis.) Las gisteren en vandaag ook, luidop, enkele bladzijden uit Pjeroo Roobjee’s Aderbloed in de kousenhoek. Het met Gentse tongval proeven van de woorden. Leuk, maar zwaar en vlug vermoeiend… En ondertussen valt er alweer een vliegtuig op New York, is Sabena failliet, blijft Amerika Afghanistan bombarderen, en weigert Albert II de Grote Prijs der Nederlandse Letteren uit te reiken aan een, blijkens televisiebeelden die vanavond in Terzake worden uitgezonden, seniel geworden Gerard Reve omdat diens vriend Joop aan de piemel van een dertienjarige heeft geprutst.

Schitterende aanhef overigens, van De ontdekking van de hemel.

‘Later zou het hun misschien spijten, dat zij geen aantekening hadden gehouden van die dagen; maar als zij er aantekening van hadden gehouden, zou het niet zo geweest zijn als het was.’ (58-59)