vrijdag 11 december 2015

vierenvijftig 61



4 december 2015

vrijdag

Niet elke wereld verdwijnt op dezelfde manier. Of neen, ik moet het anders formuleren. Het ene verdwijnen is het andere niet. Sommige dingen verdwijnen meer dan andere. Of nog anders. Bepaalde verdwenenheid is erger, onherroepelijker, betreurenswaardiger. Maar ‘verdwenenheid’ is een woord dat niet bestaat, ik kom in de problemen. Wat wil ik zeggen? De gedachte komt in me op doordat ik lees dat Eddy Posthuma de Boer aan Margot Dijkgraaf heeft verteld dat bepaalde foto’s, die hij op zijn reizen met Cees Nooteboom heeft gemaakt, ‘behoren tot een wereld die inmiddels verdwenen is’. Maar dat doen alle foto’s, dat is nu net waar ze sterk in zijn. Alles gaat voorbij en de aantrekkingskracht van foto’s is dat ze tonen wat er niet meer is. Maar dat bedoel ik niet, en ik denk Posthuma de Boer al evenmin. De foto’s waar hij het over heeft zijn de foto’s die hij in 1982 maakte in Spanje, in een land dus dat, na de lang verbeide politieke paradigmawissel, volop aan het moderniseren en dus verdwijnen was. Dat soort verdwijnen is veel grondiger dan gangbaar. Het gaat om een totále verandering, een verlies aan eigenheid. Ik moet denken aan het Frankrijk dat ik nog ‘net’ heb gezien – en dat nu niet meer bestaat. Dat Frankrijk heb ik nog net gezien eind jaren zeventig-begin tachtig. Het Frankrijk van de goedkope hotelletjes, de sigarettenpeuken op de vloer onder de zinc, het roest op de carrosserieën, de letters op de puien, kinderen zingend op weg naar een colonie de vacances, een smid in het dorp, een dansfeest onder de platanen, en de mensen die nog tijd hadden. Dat op zich is nog maar nostalgie. Maar er is een verdubbelde nostalgie mogelijk, een nostalgie in het kwadraat. En die bestaat erin dat je naar de huidige wereld kijkt, en dat je beseft dat je dáárop nooit op dezelfde manier gaat kunnen terugblikken. Niet dat je niet lang genoeg gaat leven of zo, maar omdat die nieuwe wereld dat soort schoonheid mist die zo’n nostalgische terugblik mogelijk maakt als waarmee je nu naar die wereld van dertig of veertig jaar geleden terugkijkt. Neen, dit is niet duidelijk geformuleerd. Het moet duidelijker. Het heeft ook met jeugd te maken en kindertijd. Er is maar één wereld waarin je jong bent geweest… (Margot Dijkgraaf e.a., De atlas van Nooteboom) ¶

© The Shawshank Redemption

Vijftig jaar heeft Brooks gezeten, hij was gevangenisbibliothecaris. Maar wat moet ik doen, vraagt hij zich af wanneer hij de poort achter zich dicht hoort klappen. Brooks is een ‘geïnstitutionaliseerde gevangene’. Hij kent niets anders, is tot vrijheid niet in staat. In deze haastig geworden wereld kom ik niet eens in aanmerking voor een bibliotheekkaart, beseft hij. Andy, die onterecht gevangen zit, werkt zich na moeizame beginjaren op tot de zijn opvolger en hij maakt van de aftandse bib een heus cultureel centrum. Hij smokkelt ook muziek binnen: Le Nozze di Figaro. Muziek, zo zegt Andy, brengt de hoop dat er buiten deze gevangenismuren nog een wereld is die niet van steen is. Let op, waarschuwt Andy’s vriend Red. Hoop maakt je waanzinnig. (Wat noteerde ik nog met instemming? Ach ja, dit: Prison time is slow time. En ook dit: Every man has his breaking point. Ja, dat zijn quotes die mij aan het denken zetten.) (Frank Darabont, The Shawshank Redemption, 1994) ¶