zaterdag 20 februari 2016

vierenvijftig 132


13 februari 2016

zaterdag

LUCIEN LACOMBE / KIESADVIES / DICTAFOON

Het is een trage film. Van 1974, dat zegt al iets, maar ook het feit dat Patrick Modiano het scenario schreef zal daar niet vreemd aan zijn. En niet alleen de traagheid is typisch Modiano. Dat geldt ook voor het wat expliciete, voor het didactische, voor de opzichtige symboliek. Zo zien we Lucien Lacombe, een kind nog, in het begin van de film een zangvogel met zijn katapult neerschieten. In een volgende scène treurt hij om een dood paard. Dan schiet hij met een geweer hazen dood. En dan slacht hij een kip, door het hoen bij de poten vast te houden en de neerwaarts hangende kop er met de blote vuist af te slaan. Het moge duidelijk zijn: deze jongen mag dan gevoelig zijn, hij is ook tot wreedheid in staat.

Lucien vraagt aan de schoolmeester, een maquisard, of hij bij het verzet mag aansluiten. De schoolmeester staat het klasbord af te vegen. Daar staat nog op, in duidelijke krijtkapitalen: ‘On hasarde de tout perdre’. De onderwijzer vindt Lucien te jong. Dan gaat Lucien maar in de collaboratie. Daar leren ze hem een pistool te hanteren. Een grote foto van le maréchal Pétain dient als schietschijf. Ook opzichtig is de uitspraak van de joodse, voor deportatie uit Parijs weggevluchte kleermaker, die Lucien een nieuw kostuum aanmeet omdat diens sjofele landbouwersplunje niet geschikt is om weerspannige Fransen onder de zoden te schieten: ‘France en ik komen goed overeen’. France is de dochter van de kleermaker. Lucien wordt verliefd op haar. Wanneer hij France voor het eerst in haar bed ziet, is buiten het geluid van een vertrekkende of passerende trein te horen. En wanneer hij haar ’s anderendaags een ruiker komt aanbieden, is ze aan de piano Schumann aan het spelen. Robert Schumann was, als ik het goed begrepen heb, een keurig-arische componist. Een volgende keer zien we Lucien het naakte lichaam van de slapende France strelen. Het is ochtend en zomer, en buiten maken de niet door Luciens katapult getroffen zangvogels elkaar het hof.

Voor zijn hoofdrol, een niet al te snuggere boerenzoon, zocht Louis Malle, die authenticiteit wou, een niet-professionele acteur. Het werd Pierre-Marc Blaise. De aftiteling van de film leert ons dat Lucien Lacombe uiteindelijk werd opgepakt door de résistance en geëxecuteerd op 12 oktober 1944. Pierre-Marc Blaise overleefde zijn rol in Lucien Lacombe ook maar nauwelijks aangezien hij een jaar na de release met zijn Renault Gordini tegen een boom knalde. ¶  

In Koksijde spreekt een zelfverklaarde liberaal apartheidstaal ten aanzien van vluchtelingen die gebruik maken van zijn zwembad. In West-Vlaanderen zou een zelfverklaarde christendemocraat het helpen van vluchtelingen willen aan banden leggen. In Antwerpen laat een zelfverklaarde Vlaams-nationalist het lokaal ontruimen waarin een hulporganisatie haar hulpgoederen voor vluchtelingen opslaat. In Zeebrugge laat een zelfverklaarde socialistische burgemeester vluchtelingen oppakken, met onuitwisbare inkt merken en meteen hun bezittingen door de gemeentelijke ruim- en reinigingsdienst oppakken. Wat de zelfverklaarde extreem-rechtse nationalisten van het Vlaams Belang zouden doen met vluchtelingen mochten ze daartoe de macht hebben, daar hebben ze nooit twijfel over laten bestaan. De enigen die de houding ten aanzien van vluchtelingen van álle andere partijen consequent zijn blijven laken wanneer die houding de grenzen van de moraliteit te buiten gingen, zijn de zelfverklaarde groenen en extreem-linksen. Me dunkt dat wij hiermee bij een volgende gelegenheid waarbij wij ons de illusie zullen kunnen verschaffen dat wij deelnemen aan een democratie, bij verkiezingen dus, rekening zullen moeten houden. ¶

© rr
Ik drink met S. een koffie in De Republiek. Naast ons worden vier leden van een rockgroep geïnterviewd door een zenuwachtige journalist bij wie halfweg zijn vragen het zweet uitbreekt wanneer bij een tussentijdse controle van zijn digitale dictafoontje op het eerste gehoor het geluid niet lijkt te zijn opgenomen. Maar het staat er toch op!, en dus kan hij verder. De groepsleden antwoorden gretig op zijn vragen, enfin, eigenlijk nemen ze het van hem over en babbelen honderduit over nieuwe songs, opnames, releasedatums, concerten, enzovoort. Nu ja, drie van de vier praten, er is er eentje die zwijgt maar er is er altijd eentje die zwijgt. Ze schatten de vooruitgang in die ze als band hebben gemaakt: ‘Het gaat hard! Tijdens het vorige optreden hebben de meisjes op de eerste rij voor het eerst hun soutiens op het podium gegooid!’ Wij doen navraag en de groep blijkt te heten: Calling Susan. Ik vraag of ze Superstash kennen, en dat doen ze. Ik trots, want mijn zoon drumt bij Superstash! ¶