woensdag 16 maart 2016

driekleur 237


De koning liet een gedenkteken op haar graf zetten. Een reusachtige zwartmarmeren olifant met een gouden kroon op zijn kop en een treurig neerhangende slurf. Hij stond tot zijn knieën in het dichte gras, waaronder Maroesja Vesnitskaja uit Kijev, de jonge koningin van Siam lag.
Van die tijd af zag ik steeds wanneer ik op de ijsbaan kwam, in gedachten de kapelmeester weer voor me die de wals 'Zomer die niet meer terugkeert' speelde, en Maroesja, die met haar mof de sneeuw van haar gezicht en wenkbrauwen streek en schaatsen onder had van blauwzwart staal uit de stad Halifax. Als we de geschiedenis van Maroesja eens aan de brave inwoners van Halifax konden vertellen! Eerst zou hun mond van stomme verbazing opengevallen zijn, dan zouden ze rood geworden zijn van verontwaardiging over de hovelingen en lange tijd hun hoofd geschud hebben, diep bedroefd over de wisselvalligheid van het menselijk lot.

Konstantin Paustovskij, Verre jaren, 73-74