zaterdag 12 maart 2016

los ingeslagen 311



29, 30 en 31  januari 2002

G. is schoolziek: hij heeft bij het voetballen op de speelplaats getrapt tegen de voet van Dimitri, die net een ferme uithaal deed naar de bal van mousse.

*

Bespreking van mijn tekst met Ludovic D.V. en – onverwacht – Pierre G. (…) Het gesprek wordt voortdurend onderbroken door telefoons, onder meer de gsm van Pierre. Pierre G. heeft een gsm! Als zelfs Pierre G. een gsm heeft en hem niet afzet wanneer hij met mensen aan tafel zit, god, waar gaan we dan naartoe!?

*

Jonathan Franzen, De correcties:
478: ‘Hij had uit het oog verloren wat hij wilde, en omdat wie iemand was bepaald werd door wat iemand wilde, kon je zeggen dat hij zichzelf uit het oog had verloren.’
494: ‘“Nee maar!” zei hij, met een brede glimlach. Hij herinnerde zich een wereld waarin je zulke meisjes had, knappe kleine meisjes met heldere ogen en een intelligent voorhoofd, een wereld vol hoop.’

*

Terwijl we aanschuiven voor de kassa van de Colruyt wordt een jonge vrouw – ik had net vastgesteld dat ze haar mond zwaar had aangedikt met lippenstift en P. had zich net luidop afgevraagd of we haar niet konden aanbieden om voor ons in te rij in te schuiven omdat ze toch maar een artikel of twee in haar handen hield – door een in het zwart geklede man bij de schouder gevat en door de deur geleid waarachter de kantoren van de winkel zich bevinden.
 
*

We gaan avondeten bij F. & A. Terwijl we aan tafel zitten te aperitieven en natafelen, zitten de kinderen in de salonzetels naar een lawaaierige Startrek-film te kijken. De conversatie sleept zich voort. Ik informeer, niemand informeert. F. & ik maken ons vrolijk over de associatief gestuurde gesprekken die vrouwen plegen te voeren. Ik verbaas mij over het fenomenale geheugen waarover F. blijkt te beschikken, ook als het over een film gaat die hij twintig jaar geleden heeft gezien: inclusief rolverdeling, het verhaal, een anekdote en een letterlijk geciteerde repliek van Peter Sellars.

*

De correcties uitlezen is afscheid nemen van de personages/mensen die mij een tijdje hebben vergezeld.

*

Op weg naar school met de kinderen zie ik een V-vlucht ganzen: daar is de natuur, en hier zijn wij.

*

Wat betekent het dat ik in dit dagboek zelden iets ter sprake breng dat niet iets met mijzelf te maken heeft?