maandag 31 oktober 2016

wolken 2103-2104



wolkenfragmenten uit Ernst Jünger, Op de marmerklippen

2103
Bij deze bedrukte festijnen brandden wij zware kaarsen van bijenwas. Die stamden nog uit de afscheidsgeschenken van de Provençaalse ridder Deodaat, die sinds lang gesneefd was in de woeste Taurus. Bij het licht daarvan herdachten wij deze edele vriend en de avonden die wij op de hoge vestingmuren van Rhodos pratend met hem hadden doorgebracht, terwijl de zon onderging aan de wolkeloze hemel van de Egeïs. (73)

2104
De nevelen stegen op uit de wouden, als uit verdachte keukens, en dreven in dichte banken over de Campagna. Ze weden opgestuwd tegen de Marmerklippen en bij zonsopgang dreven ze in trage stromen het dal in, dat alras tot aan de torenspitsen van de domkerken in witte wolken verdween. (77-78)