donderdag 21 september 2017

wolken 2481-2486



wolkenfragmenten uit Gabriel García Márquez, Liefde in tijden van cholera

2481
Het humeur van de hemel was al heel vroeg begonnen te verslechteren en het werd bewolkt en fris, maar er dreigde geen regen voor het middaguur. (20)

2482
De regenbui hield even plotseling op als hij was begonnen en de zon vlamde onmiddellijk op aan de wolkeloze hemel, maar het noodweer was zo hevig geweest dfat een paar bomen met wortel en al waren uitgerukt en dat de buiten zijn oevers geraakte vijver de binnenplaats in een moeras had veranderd. (58)

2483
Kort daarop werd de middag bewolkt, de wind werd koud en vochtig en het werd zo snel donker dat ze zich door de vuurtoren moesten laten leiden om de haven te vinden. (142)

2484
Ze wilde de dingen hebben in een eerste opwelling, die haar man met genoegen rationaliseerde, en het waren mooie en nuttige dingen zolang ze zich in hun oorspronkelijke omgeving bevonden, in de etalages van Rome, Parijs, Londen of in dat sidderende New York van de charleston, waar de wolkenkrabbers begonnen te groeien, maar ze doorstonden de proef niet met de walsen van Strauss en de chicharrones en bloemengevechten bij veertig graden in de schaduw. (449)

2485
Ze ging alleen naar boven, verblind door de wolkenloze hemel, en trof daar Florentino Ariza, die stond te praten met de kapitein op de brug. (494)

2486
Toen bekeek hij door de ramen de hele cirkel van de kwadranten van de kompasroos, de glasheldere horizon, de decemberhemel zonder een enkele wolk, de voor altijd bevaarbare wateren, en zei: ‘Laten we steeds rechtdoor, rechtdoor, rechtdoor varen, weer naar La Dorada.’ (520)