vrijdag 12 januari 2018

de laatste boom 16



lees hier vanaf het begin: de laatste boom 1

De zogenaamde deeleconomie is misschien met goede bedoelingen ontstaan, maar is stilaan uitgegroeid tot een 'steeleconomie': hyperflexibele maar onderbetaalde werkkrachten ondermijnen de sociale verworvenheden van de werknemers in de taxibedrijven, hotels, enzovoort die door Uber, Airbnb en gelijkaardige initiatieven, die ondertussen alweer tot grote concerns zijn uitgegroeid, worden verdrongen. Hetzelfde lot was de laat-negentiende-eeuwse socialistische coöperaties beschoren. Aanvankelijk stemden de resultaten hoopvol, maar tegen de grote kapitalistische wetmatigheden en crisissen bleek het ‘volkskapitalisme’ niet bestand. Cooperaties zijn net als gewone bedrijven bedrijven, en moeten dus winst zien te maken. Groene bedrijfjes die worden opgekocht – en geneutraliseerd – door grote bedrijven die enkel en alleen een kapitalistische logica volgen: dat zorgt nog voor een pervers neveneffect. Die grote bedrijven kunnen zich namelijk door dat opkopen een groen imago aanmeten. Dat heeft een naam: greenwashen – iets waar, aldus Ludo De Witte, groene politici die na hun carrière via de draaideur in het bedrijfsleven zijn terechtgekomen duchtig aan meewerken.

Volgens De Witte zijn alle kleinschalige initiatieven niet meer dan een druppel op een hete plaat; het moet allemaal veel radicaler – en het kan alleen via de verwerving van politieke macht. Dat moet in ons land buiten sp.a en Groen om want die zijn volledig door het ‘establishment’ ingekapseld en medeplichtig aan de verdere zegetocht van het neoliberalisme (De Witte heeft het onder meer over ‘de collaboratie van Die Grünen aan het Europese beleid van sociale afbraak’). Groen, toen nog Agalev, werd na regeringsdeelname door het politieke establishment onschadelijk gemaakt en is intussen verveld tot een neoliberale partij die in ‘vergroenen én winstmaken’ ‘de winnende combinatie’ ziet.

‘Om het kapitalisme te overstijgen is politieke actie nodig.’ Alleen dan kan onder meer worden bewerkstelligd: een door de overheid aangestuurde afbraak van de fossielebrandstofindustrie en een nultolerantie voor koolstofverbranding; een verplichting voor een waarborg van vijf jaar op apparaten die nu designed to fail op de markt worden gegooid; maatregelen die de grote bedrijven verhinderen om de kleine ondernemingen en commons, zodra ze iets mogelijk winstgevends hebben bedacht, op te kopen en op die manier te neutraliseren; een resolute ‘afbouw van de agro-industriele conglomeraten’, die niet alleen in het Westen de kleinschalige landbouw wurgen maar ook in het Zuiden door daar de lokale producties leeg te zuigen en goedkoop voedsel te importeren.

Vraag is nu natuurlijk waaruit die ‘politieke actie’ kan bestaan.