vrijdag 12 oktober 2007

Dag 44 vVH&C

071003 en 071012 - Een moordenaar met racistische motieven vertelt op zijn proces dat hij nu, in de gevangenis, opnieuw doodleuk computergames zit te spelen waarvan de essentie is dat onschuldige passanten worden neergeknald. Het zet aan het dromen. Over een wereld waarin politici de moed hebben niet alleen om de wapenverkoop aan banden te leggen (Van Themsche: ‘Als ik niet zo gemakkelijk een geweer had kunnen kopen, had ik niet gemoord’), maar ook om deze zedenbedervende ongein definitief uit te bannen (alsook meteen, in één grote opkuis, de softporno op MTV en de door computers, wat zeg ik, dómme computers gemaakte en met reclameboodschappen afgewisselde ‘tekenfilms’ op Nickelodeon waarmee onze peuters worden bestookt).

Interessant in dat verband, ik bedoel in verband met de motieven van de 19-jarige, inmiddels schuldig bevonden en wegens ‘racistische moorden’ tot levenslang veroordeelde Hans Van Themsche, en met de motieven van andere jeugdige moordenaars, bijvoorbeeld die van de zogenaamde mp3-moord in het Brusselse Centraal Station, is wat Joris Note schrijft (zie voor het volledige artikel de website van De Brakke Hond):

‘De Antwerpse moorden worden gerelateerd aan een negatief maatschappelijk verschijnsel op de achtergrond: racisme, intolerantie, extreem-rechts... De Brusselse moord daarentegen heet zinloos omdat ze aan geen andere verschijnselen te relateren valt dan aan ander geweld, ‘het toenemend geweld in de samenleving’; maar dat is onjuist: die moord valt te verbinden met een achtergrondverschijnsel dat zeer veel ruimer verspreid is dan racisme, namelijk hebzucht. De maatschappij is op bezitten gericht, ze stimuleert het bezitten voortdurend met alle mogelijke middelen, en de jongere die geen mp3-speler heeft, is eigenlijk een niemand. Onze liberale premier zei na de Antwerpse moorden: zo zie je maar waar het extreem-rechtse gedachtegoed toe leidt; na de Brusselse moord zei hij niet: zo zie je maar waar het kapitalistische gedachtegoed toe leidt. Onze algemene bezittersmentaliteit is evengoed een voedingsbodem voor geweld als een racistenmentaliteit; weinig hebzuchtigen gaan werkelijk tot geweld over, maar dat geldt ook voor racisten. Jamaar, zeggen ze, er is toch een essentieel verschil tussen rechtmatig en onrechtmatig bezit. Echt? Hoe essentieel is dat verschil, hoe hermetisch is de afsluiting?’