vrijdag 29 februari 2008

42 * 26,15 * 595

Om de voorspelde storm van dit weekend en de dito regen van deze namiddag voor te blijven, kruip ik om kwart voor tien op mijn fiets voor een rit door een grijze wolk. Ik zie op het kanaal naar Gent, waar de meidoorn al bloeit, twee futen baltsen. Hebt u futen al eens zien baltsen? Menig versierder onder u zou daar nog een punt aan kunnen zuigen. Ha, wat zou u allemaal niet met van die gekke oorpluimpjes kunnen doen om het voorwerp uwer begeerte het hoofd op hol te doen slaan! De baltsende futen, die dus straks gaan vogelen, doen mij aan het volgende denken: achter hoeveel van die knallelijke huisgevels die ik passeer wordt op dit eigenste ogenblik de liefde bedreven? Ik weet het, het is een beetje een zieke gedachte, maar niets menselijks is mij vreemd en op de fiets, zeker als ik door de tegenwind op het stuk tussen Hertsberge en Ruddervoorde nauwelijks nog 22 haal, moet je toch aan iets denken om de tijd te korten? Ik keer terug via de nu nog rustige gemeente Loppem, sla linksaf de Rijselsestraat in en rijd door het centrum van Sint-Michiels en het Sint-Bavokwartier op Sint-Andries huiswaarts. (De futenbalts: twee mannetjesfuten zetten hun roestbruine oorveertjes uit en kronkelen, tegenover elkaar op het water drijvend, hun lange halzen op en neer en langs elkaar: een halzenballet. Het wijfje dobbert een eindje verderop schier ongeïnteresseerd en gunt het spektakel nauwelijks een blik.)