vrijdag 9 mei 2008

Mijn woordenboek (191)

AFKRAKEN

In Stockholm sterven, zo liet ik mij ooit tijdens een wandeling in die stad door een ervaren gids uitleggen, elk jaar passanten door de ijspegels die tijdens de dooi van de dakranden naar beneden vallen. De burijnscherpe projectielen zijn blijkbaar zo zwaar, en vallen, wanneer hun hechtpunt een kritiek afsmeltpunt heeft bereikt, zo trefzeker naar beneden, dat ze zich met meticuleuze precisie dwars door de schedelpan in de hersenen boren van de ongelukkige die het zich op dat al even precieze moment permitteert om uitgerekend dáár onder desbetreffende dakrand te lopen. De Stockholmers wordt dan ook aangeraden om op het eind van de winter zo weinig mogelijk onder dakranden te lopen, zo mogelijk een beschermend hoofddeksel te dragen, zich minstens van het gevaar bewust te zijn.

En daarmee heb ik aan de verleiding weerstaan om het hier te hebben over literaire kritiek of over de commentaar die vrienden of mensen in je omgeving hebben op jouw of elkaars of andermans werk. Scherp, eventueel, als een Stockholmse pegel die zich door een schedelpan boort.