donderdag 4 september 2008

Het bestáát (3)

080814 – Plots buigt zich over mij een gestalte. Ik was nog maar net in slaap gevallen, eindelijk. Hoelang had ik geslapen? Enkele minuten? Een kwartier? Hoe dan ook, dáárvoor had ik zeker een uur, geplaagd door slapeloosheid en ruggelings uitgestrekt op een van de ligzetels aan het zwembad, naar de sterren liggen kijken. In de verte had een uil zijn nachtelijke strooptocht volbracht. Vleermuisjes waren rakelings over me heen gevlogen – waardoor ik eerst dacht dat die gestalte een grote vleermuis was. Pas daarna was ik een flits lang ervan overtuigd dat het niet anders dan de schaduw van mijn moordenaar kon zijn. Vervolgens liet ik me graag door haar kalmeren.