donderdag 12 maart 2009

Het bestaat (56)

090226 – ‘Het was op de trein. De man die naast mij was komen zitten, maakte rare bewegingen met zijn hand onder zijn jas. Ik was een meisje van veertien, hoe kon ik weten wat er aan het gebeuren was. Eigenlijk schrok ik nog meer van die vrouw, die blijkbaar had gezien wat er gaande was en die woedend op de man afstoof om hem op zijn plichten te wijzen. “Ze zouden hem moeten uitrukken met wortel en al”, voer ze uit tegen de andere mensen in de coupé. Ik begreep niet waarom ze die man met een boom vergeleek.

Ik herinner mij een ander voorval, ook op de trein, met een oudere man die vlak voor mij ostentatief een pornoblaadje zat te lezen. Hij hield het zodanig dat ik niet anders kon dan de schunnige taferelen op de rugzijde te onderzoeken. Ik had zo’n dingen nog nooit gezien. Iemand in de buurt moet het hebben opgemerkt want een beetje later kwam de conducteur de man terechtwijzen. Hij vroeg hem ergens anders te gaan zitten. Daarop richtte hij het woord tot mij en, geloof het of niet: hij probeerde mij te koppelen aan zijn zoon! Hij haalde een pasfotootje boven, maar wat een monster was dat! Young Frankenstein! Hij hing met haken en ogen aan elkaar!’