dinsdag 16 februari 2010

dag 896 – 100128 – donderdag

Wij doen de televisie uit wanneer het finalespel begint. Die Geubels had gelijk toen hij zei: ‘Iek wos veu den Bent, et mokt neu niet meer oit vo maa wien datter wient.’ (‘Ik was voor Bent. Het maakt voor mij niets meer uit wie er wint.’)

Ik vermoed dat dit voor de makers van De slimste mens… zowat het WCS moet geweest zijn: de twee onsympathiekste kandidaten bleven over. En ja, wat is het dan ineens maar? Niets meer dan een spelletje. Het programma staat of valt met de aantrekkingskracht die uitgaat van de kandidaten. En ja, met de kwaliteit van de grapjasserij van de juryleden – maar die hun taak zit er bij het begin van het finalespel ook op…

Het deed ons nadenken over wat het dan in godsnaam is dat je doet zeggen dat de ene het heeft en de andere niet – en hoe het komt dat ook jij daar, schaamteloos discriminerend, naar handelt door partij te kiezen. Die Bent was, met dat bestudeerde kapsel en zijn te korte lange broeken, toch ook een en al pose? En toch kwam hij zo veel sympathieker over dan die twee andere.

Ik had de eerste weken van het programma niet gevolgd en was dus ook geen getuige geweest van de zegereeks van Linda De Win. Maar ik had wel gehoord over de hetze die tegen haar was ontstaan. Volstrekt onduldbaar, natuurlijk – ik had mij dus voorgenomen om voor haar te supporteren. Maar het ging niet. Een halfuur lang zocht ik naar iets waardoor ik haar sympathiek zou kunnen vinden, maar ik vond niets. Ik ga niet zo ver om te zeggen dat het lag aan de stand van haar mondhoeken. Wat ik wel zag was een hyperzenuwachtige en humorloze vrouw, die alleen maar was gekomen om het vrouwental op peil te brengen en om te wínnen en om – in deze finale – haar gram te halen op alle criticasters.

Peter Vandermeersch, van de aan Woestijnvis gelieerde krantengroep, moet ik al een tijdje niet en in deze finale veraanschouwelijkte hij feilloos de reden die ik daarvoor zou kunnen oproepen. Hij deed, zoals al de hele week, zeer nadrukkelijk zijn best om tóf te zijn – maar zijn verborgen agenda kwam bloot te liggen toen hij, nadat Bent na het laatste spel bleek te zijn uitgeschakeld, ‘troostend’ zijn arm op diens schouder legde. Er zat niets échts in dat gebaar, en die indruk kon alleen maar worden bevestigd door de valse knipoog die Vandermeersch in de richting van De Win uitstuurde – een signaal dat duidelijk veel minder bedoeld was om door de camera te worden gevat. Vandermeersch mag dan al zeer goed een krant kunnen maken, ik leerde hem de voorbije week kennen als een te fervente speler voor een spelletje als dit, dat toch in de eerste plaats gemaakt is – en dat is wat ik hier verdedig – om de mensen thuis te doen sympathiseren met deze of gene kandidaat.

Niet dat die Bent niet wou winnen. Dat wou hij natuurlijk wel. Maar hij kon het beter verbergen en er bleef nog wat over van hem toen bleek dat hij het niet zou halen. Wat was dat dan? Een uitstraling, een charisma – en dat was dan weer gebaseerd op wat ik van hem had gezien de voorbije dagen: een verzorgde lichaamstaal, een voornaam voorkomen, een opvallende wellevendheid, een juiste dosering van zijn aanwezigheid, veel échtere en vooral beheerste emoties. Hij was zeer nadrukkelijk de enige kunstenaar in het gezelschap.

En nu ga ik eens kijken op het internet naar dat laatste spelletje. Misschien heb ik toch nog iets leuks gemist.

toevoeging van 100216: Niet, dus.