woensdag 30 november 2011

mijn woordenboek 343

APLOMB
De herkomst van het woord ‘aplomb’ leerde ik uit dat andere woordenboek: ik wist niet dat het te maken had met het peilende lood van het schietlood en eigenlijk ook – zij het niet in even rechte lijn – met het lood van de letterzetter want het wordt evengoed – in de aan de drukkunst gelieerde woordenschat – gebruikt voor loodrecht (en eventueel uit lood) gezette letters. Voor letters dus die zo recht staan dat ze stellig overkomen – en dus duidelijk stellen wat ze te stellen hebben.

Die mooi rechtop in het gelid staande letters zijn het allicht die bij mij de mentale voorstelling van een fier rechtopstaande figuur oproepen – borst vooruit en voeten bij elkaar, hoofd een beetje in de nek – die met aplomb een boude bewering formuleert. Alsof het waar is. Zijn spreekdaad lijkt apodictisch, rotsvast overtuigd van het eigen gelijk, geen tegenspraak duldend.

Maar zo is het toch niet helemaal want dit is wat ik mij afvraag: is het niet zo dat je iets maar met aplomb kunt beweren als je niet helemáál zeker bent van je stuk? Apodictisch is de uitspraak die geen tegenspraak verwacht en ook niet duldt: de spreker heeft gewoon de waarheid in pacht. Zijn één plus één is géén drie.

Lood komt er bij het spreken maar aan te pas als de waarheid niet zo vast staat.

De stelligheid van wie met de borst vooruit iets beweert, heeft iets paradoxaals. (En uit de paradox, dat is geweten, rijst vaak het interessante op, als de feniks uit de tot as herleide schatkamer!) Ja, is het niet zo dat wie met aplomb iets beweert al weet dat wat hij zegt op niets rust? De argumentatie is gebouwd op los zand; niet alle voors en tegens zijn afgewogen; de spreker vertrouwt erop dat zijn branie het argwaan bij de toehoorder zal doen verstommen.

Ik houd er wel van, van iets met aplomb, met – altijd voorgewende – stelligheid te… heuh, stéllen. Ik doe het zelf ook vaak. Hier bijvoorbeeld, in deze stukjes. Wie ze apodictisch opvat, leest verkeerd. Neen, mijn betoog is een gruyèrekaas: de poriën erin (waarmee het ademt) zijn evenzovele uitnodigingen om met tegensprekelijkheden of aanvullingen of geactualiseerde versies te worden dichtgeplamuurd.