zaterdag 21 januari 2012

schrikkel 016


In de zomer is het een drukte van belang in het Graaf Visart de Bocarmépark. Van ver buiten de buurt komen ouders hier hun kinderen laten spelen. Op warme dagen is het er zo druk, dat een ijsventer het al eens de moeite waard vindt om hier te komen staan. Het Visart-speelplein, een jaar of twee geleden nieuw aangelegd. De tuigen beginnen al te verbleken, maar ze kunnen zeker nog een tijd mee. ’s Nachts, als het niet te koud is, komen ‘jongeren’ hier ‘hangen’. Ze drinken hun drank uit de nachtwinkel – en ’s morgens liggen de flessen en de lege sigaretten- en snoepverpakkingen mooi naast en onder de banken op de grond. In een van de appartementsgebouwen die uitgeven op dit park woon ik, op de bovenste verdieping. Ik kijk uit op het park, ik zie de wandelaars, de kinderen die over de paden racen, de meisjes uit de meisjesschool die hier komen lopen c.q. strompelen. Ik kijk uit over de bomen naar de wolken en zie de meeuwen, de kauwen, de eksters. Ik zie de seizoenen voorbijtrekken. Nu ruisen de kale takken in de wind, straks zijn er weer de kinderstemmen en de gilletjes die hoorbaar zijn onder het gebladerte. En als het heel warm wordt, hoor ik af en toe de toeter van de ijscoman.