dinsdag 10 januari 2012

wolken 277-279

Remco Campert, Alle dagen feest

277
‘Het is wel een mooie dag,’ meende de eerste vrouw.
Ze keek uit het raam in de lucht, op zoek naar de bewijzen voor haar veronderstelling, maar zij vond die niet, want de zon verborg zich juist achter een enorme grijze wolk. (23)

278
De zon scheen, de lucht was onbewolkt en in het bos, waar ik nu door wandelde, mijn voeten met een gevoel van lichamelijk welbehagen zettend in het zachte mos dat onder de bomen groeide, was het koel en geurig. (36)

279
‘Die dag zal een dag der verbolgenheid,’ zo zeurden zijn gedachten verder. ‘Een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid.’ Toen nam hij een bundeltje gedichten van Hendrik de Vries uit zijn koffer en las tot de trein het station van de stad binnenrolde. (51)