donderdag 9 februari 2012

schrikkel 036


Soms zie je mooie figuren – een krul, een hart – of een vriendelijke boodschap – vaak een liefdesverklaring. Maar dat zijn toch de uitzonderingen. De door sneeuwval verkregen kans om zonder blijvende schade te veroorzaken een inscriptie aan te brengen in de openbare ruimte wordt meestal benut voor minder prettige uitingen. Hakenkruisen zijn in, vaak met de benen naar de verkeerde kant opgedraaid. Maar ook scatologische krachttermen en vloeken kunnen op populariteit bogen bij sneeuwschrijvers. Of schematische voorstellingen van de fallus – twee kleinere cirkels met daartussen een verticale langwerpige figuur, vaak bovenaan voorzien van een dwarsstreep die de overgang van schacht naar eikel suggereert, en, in de top van die eikel, eventueel ook nog een klein verticaal geplaatst streepje, voorstellende de pisopening. Een eenvoudige taalkundige verwijzing naar het mannelijk geslachtsdeel, zoals hier, had ik nog niet eerder gezien – en zeker niet met een voetafdruk erbij. Het heeft iets lapidairs. Je vraagt je af wat er omgaat in de geesten die deze creatieve vruchten afleveren. Zeker niet de aandrang om de smetteloos witte vlakken, die van het banaalste automodel een fraaie sculptuur maken, ongeschonden te houden.