donderdag 5 juli 2012

schrikkel 179

Na een bepaald uur, zeg maar tien of elf uur ’s avonds, ontstaat er op de treinen een lossere sfeer. De mensen zijn jovialer, aangenamer, het doet er zo niet meer toe want de avond is toch voorbij. Vaak speelt alcohol daarbij een rol maar dat hoeft niet per se. Het is de solidariteit van de late ridders, de mannen van de nacht. Maar het kan er ook desolaat aan toe gaan. Als de laatste passagier de gehandicaptenwagon heeft verlaten, het vehikel dat ook overdag zoveel mogelijk wordt gemeden omdat mensen nu eenmaal niet graag dwars op de rijrichting gezeten reizen, ontstaat een beeld als dit. Het lijkt wel de binnenruimte van een Startrek-tuig, een steriele cabine waaruit alle kleur is verdwenen – op het urgentierood van het noodhamertje en het blauw van een PET-fles na.