vrijdag 6 juli 2012

schrikkel 181

Dat was even schrikken. Een geanimeerde tuindrink ter gelegenheid van V.’s 60ste verjaardag, à l’improviste georganiseerd door haar kinderen. Het weer is opvallend goed, het dessertbuffet succulent, we leren nieuwe mensen kennen – het is een gemoedelijke bedoening. En plots staat daar…
Ik weet wel, het klinkt zwaar op de hand en het was helemaal niet de bedoeling van A. om ons aan het schrikken te brengen maar ineens maak ik die totaal ongewenste associatie, ingegeven door beelden en films uit historische documentaires, en door dat zeer beladen en nogal uitzonderlijke, quasi volledig voor dergelijke situaties voorbehouden perspectief, een associatie met een omstandigheid die niemand van de aanwezigen ooit heeft meegemaakt en – laat ons hopen – die niemand onder ons ooit zal meemaken, een associatie met bijeengedreven, wachtende, hopeloze gevangenen die onder bedwang worden gehouden door een bewaker.
A. maakt haar overzichtsfoto en verdwijnt weer van het dak.
Het was een vluchtig beeld, het verdween even rap als het was opgedoken. Ik vergat vlug waaraan ik had gedacht, zette het gesprek over geaderde marmersoorten voort en vraag me nu af of ik de enige was die deze onprettige bedenking maakte.