dinsdag 9 oktober 2012

schrikkel 274 / campagne 20


Na samen met S. (kandidaat nummero 32) duizend folders te hebben gebust, vraag ik me af hoe het komt dat niet alle facteurs met ingetapete vingers rondrijden. Hoe kun je nu je knokkels van schaving vrijwaren met al die verraderlijke ijzeren gleuven waarin je je uiterst plooibare A4-tje tussen zeer weerbarstige kleppen door te wringen hebt, slecht één hand vrij hebbende want in de andere hou je dat langzaam slinkende stapeltje vast (de rest van het papieren gewicht tors je in een rugzak mee)? Je gaat van bus naar bus en stelt in je hoofd een typologie van bussen samen: de klappertjes, de borstelgleuven, de vagina’s dentatae, de buskleppen met jugendstilletters, de bestickerde bussen (‘Jawel, mevrouw, verkiezingsdrukwerk is géén reclame. En bovendien is het mijn democratische plicht u te informeren want u bent toch verplicht ter stemgang te gaan? Dus? Bus!’)… Je verwacht telkens een hond te horen aanslaan, je ruikt de etensluchten die je uit de geopende klep tegemoetsmeulen, je hoort de huisgeluiden uit interieurs die je nooit zult betreden. En tussen de bussen door: de ramen, de voordeuren. Ook daarvan kun je typologieën opstellen: potplanten, postuurkes voorstellende een trouwe hond of een wegdromende herdersjongen, de ruiten beplakt met verkiezingsaffiches – hier zijn de keuzes blijkbaar al gemaakt. Je wringt je folder tussen de folders en gazetten in een al overvolle brievenbus: een druppel op een hete plaat. Elders waait je tijding gewiegd op luchtlagen de woning binnen tot hij een zachte landing maakt op een blinkend opgepoetste gangvloer. Een bewoner komt net buiten; je geeft je brief persoonlijk af. Hij neemt beleefd aan maar je ziet al meteen in zijn ogen die valse glans: ‘Waar moet ik dit nu zo snel mogelijk kwijt?’ Talrijk zijn de buitenlandse namen naast de belknoppen – je vraagt je af of deze mensen stemrecht hebben, een boodschap hebben aan je boodschap. Wat haalt dat bussen uit? Hoeveel op honderd folders bereiken de ontvanger werkelijk? En hoeveel van die hoeveel op honderd brengen hem op andere gedachten? Je mag het je niet afvragen en slaat de hoek om, alweer een nieuwe straat. Je stapeltje slinkt, de vracht op je rug wordt lichter, nog een halfuur of zo en morgen nog een uurtje, en dan zijn we er weer voor een tijdje vanaf.