zondag 4 november 2012

schrikkel 292

Na de dag staan de stoelen in ’t gelid, een ánder gelid. Ze rusten op vreemde wijze, draaien de rollen om en gaan óp de tafels staan om te beraadslagen over wat alweer voorbij is (wie zij hebben getorst, wie tegen alle voorschriften in op hun twee achterste poten heeft gebalanceerd, hoe zij achteloos werden verschoven en op elkaar gestapeld) en wat opnieuw komen gaat (hetzelfde, hetzelfde) en dan begeven zij zich, verwikkeld in een ingewikkeld standje met hun toevallige naaste buur, te ruste.