maandag 26 november 2012

schrikkel 316

De hond, ik ken zijn naam niet en zal hem hier Mormel noemen, verwelkomde alle een voor een arriverende gasten. De eerste bezoekster kreeg een een schier agressief gekef te verduren, de laatste merkte nauwelijks nog Mormels verveelde zucht op. Mormel parkeerde zich onder de vleugel en observeerde van daaruit gelaten het uit begroetingen en het aannemen van mantels bestaande gedoe. Iedereen was inmiddels aanwezig, op een bezoekster na en toen ook die haar aankomst met een zachtjes dichtgeduwde achterdeur verraadde, zuchtte Mormel al niet meer – ik schrok daarvan op en keek om en zag enkel nog de plankenvloer: Mormel was in zijn elders in het huis opgestelde mand gekropen, blijkbaar. Wij konden aan de bespreking van De ringen van Saturnus beginnen.