zaterdag 22 december 2012

facebookbericht 352

Bart De Wever laat vandaag in De Standaard de column ‘Afbreken om op te bouwen’ verschijnen, een ‘reflectie’ over kunst. Een nieuwe stap in het openen van de (ooit maar nu al lang niet meer verborgen) agenda van het nieuwe Vlaams-nationalisme. We zullen niet kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben.

Nu hij zijn eed als burgemeester van Antwerpen heeft afgelegd, neemt de grote filosoof CaliNero even de tijd om over kunst na te denken. Hij definieert kunstenaars nauwelijks impliciet als elitaire belgicistische nestbevuilers. En zij zijn bovendien opportunistisch want zij teren op de vetpotten van de subsidies. Zij zijn omkoopbaar. (Nietzsche wordt – “Harde woorden, die wat nadere uitleg verdienen.” – met instemming geciteerd: “Niets is zo omkoopbaar als een kunstenaar.”)

Is al wie een subsidie aanvaardt omgekocht? We zullen het eens aan Leonard Nolens vragen. Of aan Jeroen Brouwers.

Bovendien beginnen de kunstenaars, aldus CaliNero, onrustig te worden nu het Vlaams-nationalisme op het punt staat een eind te maken aan de Belgische constructie en dus aan de Belgische vetpotten: “Dat de gevestigde orde in België op losse schroeven staat, heeft gevolgen voor de kunstenaars die zich erdoor beschermd weten en bijgevolg in een behoudsgezinde kramp schieten.” Ik kan het niet helpen maar dit klinkt als een intimidatie.

Benieuwd hoe het kunstenaarsgild hierop zal reageren. Waarom worden kunstenaars meteen als elitair, belgicistisch en opportunistisch afgeschilderd? Waarom wordt hun elk vermogen tot autonoom en onafhankelijk kritisch denken ontzegd? En zijn er niet ook niet-gesubsidieerde kunstenaars? Schemert hier een totalitaire droom door de façade? Een droom waarin alle kunstenaars het lied van de heerser zullen meezingen, of niet zullen zingen? Of blijkt hier vooral frustratie: CaliNero is ongetwijfeld ook in cultureel opzicht onderlegd genoeg om te zien dat hij, enkele recalcitrante uitzonderingen niet te na gesproken, alles wat artistiek waardevol is in dit landje niet aan zijn zijde heeft staan. Niet dat het in zijn neoliberale republiek veel hinder veroorzaakt – maar het is toch een beetje vervelend.

België een ‘constructie’. Ja. Zoals alles, volgens filosoof CaliNero, sinds het postmodernisme ‘constructie’ is: “In de moderniteit stelden we vast dat alles waarmee we ons leven ordenen (het gezin, de gemeenschap, de natie, de solidariteit, het geloof) een constructie is.” Huh? Solidariteit een constructie? Ja, het gezin en de natie, voor mijn part akkoord: dat zijn constructies. (‘Vlaanderen’ zal ook een constructie zijn.) En eventueel zelfs het geloof. Maar de gemeenschap en de solidariteit? Kijk, hoe sluiks CaliNero zijn nationalisme in dit betoog binnensmokkelt. De nevenschikking is een gekende retorische truc: plaats solidariteit en nationalisme op één lijn, en je hevelt de positieve eigenschappen van het ene schier ongemerkt naar het andere over. Maar wij van de opportunistische belgicistische elite, mijnheer De Wever, trappen daar niet in!

Lees deze tekst aandachtig, hij leert ons veel. Niet in de eerste plaats over de verhouding tussen maatschappij en kunst (dat was maar een dekmantel), maar vooral over de agenda van de nieuwe burgemeester van Antwerpen en de toekomstige minister-president van de confederale deelstaat V. Kunstenaars kunnen maar beter gewaarschuwd zijn – en dat is dan ook de belangrijkste bedoeling van deze ‘column’: dat ze zouden weten wat hun toekomst is in de Vlaams-nationale staat. Ik citeer (het staat er écht): “Kunst produceren kost geld. En om geld te verzamelen moet men de macht opzoeken, want macht genereert geld. Kunst kan dus nooit absoluut autonoom zijn, ze zal steeds afhankelijk zijn van wie bereid is om haar te financieren.
Op die manier sluipt echter het nutsdenken de kunstwereld binnen. Want geld eist verantwoording. Wie investeert, wil een return on investment, dat is de logica van onze onttoverde wereld. Vandaag worden kunst en cultuur vooral gefinancierd door subsidies, dus uit belastinginkomsten. Zij die bijdragen – het grote publiek dus – eisen verantwoording van wat er met gemeenschapsmiddelen gebeurt. Net datgene waarvan kunst tot elke prijs autonoom wil zijn. Decennialang kon men dat sluimerende dilemma omzeilen door te verwijzen naar de intrinsieke waarde van kunst. Mensen keken naar een kunstwerk, snapten er misschien niet al te veel van, maar zetten hun onbegrip opzij met de gedachte: het is kunst. Maar we leven niet meer in de moderniteit. We leven in de postmoderniteit.”

In de postmoderne Vlaams-nationale staat zal de kunstenaar zich te schikken hebben naar deze eis van ‘return on investment’. Wat er met de niet-gesubsidieerde kunstenaar zal gebeuren, wordt niet geëxpliciteerd maar we kunnen er eventueel wel naar gissen.

Wie nu nog niet wakker schiet, is medeplichtig.