vrijdag 21 december 2012

schrikkel 337


Een dame is met twee windhonden aan de wandel, een witte en een donkere. Een dame is het, want het zijn dames die met windhonden wandelen. Je zou die windhonden in al hun aristocratische elegantie willen vatten als op een paneelschildering van een Vlaamse Primitief: in draf en in profiel – maar het willekeurige moment wil het anders. Het idee ‘ideale windhond’ torent in zijn eeuwige perfectie boven deze triviale en onvolkomen momenten uit. En zo gebeurt het dat, op het ogenblik dat je afdrukt, de donkere windhond al half in het struweel is verdwenen, terwijl de witte, waarvan de leiband een hinderlijke lijn trekt over dames fraaie mantel, staart tussen de achterpoten met zijn snufferd naar dames zwarte schoentjes wijst.