zondag 13 januari 2013

schrikkel 352


Ik hou niet van de donkere dagen voor Kerstmis en ik ben niet de enige. Zeker als, zoals dit jaar, ook de weergoden het laten afweten, waardoor de tweede helft van december nog meer het karakter krijgt van een slecht verlicht hindernissenparcours vol valstrikken – een mooie, heldere vrieskou maakt de aaneenschakeling van opgeklopte festiviteiten zonder meer heel wat verteerbaarder. Opgeklopt? Ik heb de indruk dat het de jongste jaren heel wat minder is. De commercie slaagt er blijkbaar niet meer zo goed in om te dicteren hoe goedgemutst we ons moeten voelen. Het zal de crisis wel zijn. Wie nu nog met een kerstmuts (rood met witte bol en boord) de winkelstraten en kerstmarkten afschuimt, is echt een looser. Vind ik toch. Tegen gevels aanklimmende kerstmannen? Weinig gezien dit jaar. ’t Is vooral de overheid die nog voor kerstoverlast zorgt. En toch brand ik een kaarsje. Van Amnesty uiteraard, plus het restant van de Amnesty-kaars van vorig jaar. Twee kaarsen dus, dat moet volstaan om het feest van de ongebroken gezinnen luister bij te zetten. Een kerstfeest in mineur? Ach welneen, maar je moet er wel doorheen – hunkerend naar die twee drôles de mois, januari en februari, waarin de dagen steeds moeilijker hun neiging tot lengen weten te onderdrukken. Het jaareinde is een klip, maar kom: we maken er het beste van.