maandag 15 april 2013

wolken 604-618


wolkenfragmenten uit Dagkalender van de poëzie 2012 (samenst. Tjitske Jansen & Victor Schiferli)

604
de wolken slaan nog altijd sneeuw uit (2/1: Albertina Soepboer)

605
de lucht is boven wittig teer, rondom / valwolken en vérgaande boomerijen om / niet heel ver is het ál gestoomde nevel (7/2; Herman Gorter)

606
Wolken schuiven voor de maan / en alles is weg (26/2; Rutger Kopland)

607
er zijn steeds tekens in de lucht / als ik me opricht, de stand van de aarde kantelt / ik denk dat er grauwe regenwolken uitkomen (10/4; Alpertina Soepboer)

608
Dat wisten we toch allang / dat water een geheugen heeft? / Het verzamelt alle in hem weerkaatsende wolken (15/5; Bernlef)

609
We blijven haken, / overtreden wetten, laten / ons betrappen op een blik / in de verte waar wolken zijn. (9/6; Hilde Keteleer in het gedicht ‘Wolkentaal’)

610
Naar de verte, / door de ogen duizend-en-een / van hun zusters de regenplassen nagekeken, / trekken de wolken. (15/6; Frans Kuipers)

611
Het heldere blauw van een morgenzee en van / een wolkeloze hemel, en een gele kust; alles / mooi en groot door licht overstraald. (23/7; K.P. Kafavis)

612
wolken samentrekken / voor een regenbui (27/7; Gilles Boeuf)

613
Een boerendochter smeekt / telkens weer: ‘Kom, regen, kom!’ / Haar treurende ogen, rusteloos en vol verwachting, /werpen van tijd tot tijd een blik naar de lucht. / Maar de regen valt niet. De wind, doof voor haar geroep, / haast zich voorbij, drijft alle wolken uit elkaar (24/8; Tagore)

614
Zoals de wolk zich naar de schilder voegt, / mensen zich de schuld / van de smalle schouders kloppen, / zonder erg en zonder woorden, // zoals jij de tijd neemt om te leven, / van de ochtend tot de avond, / recht de zwarte nacht in, / zo ook, denk ik, denk ik. (26/8; Mark Boog)

615
onder zwarte wolken in de regen (21/10; Gilles Boeuf)

616
Zet uw paraplu op en steek een gat in de wolken. (27/10; Gerrit Krol)

617
een stipje in de verte onder een wolkeloze lucht (5/11; Yvonne Coffeng)

618
Boven de boeren hangt een wolkje. (4/12; Frank Koenegracht)