woensdag 12 juni 2013

wolken 649-656

wolkenfragmenten uit Paul Auster, Het boek der illusies

649
Ze geeft hem ongemerkt haar telefoonnummer en in de slotscène klimmen ze samen in haar vliegtuig en stijgen op naar de wolken. (36)

650
Het was de zoveelste plotselinge verandering: wolken rolden aan, de temperatuur zakte tot dertien graden, de wind stak op. (87)

651
Nu waren we in de woestijn, liepen onder een wolkeloze hemel, ademden de ijle, naar jeneverbes geurende lucht in. (209)

652
De camera kantelt een paar centimeter en we zien boven in het kader een wolk langs het rotsblok drijven. (215)

653
Wolken drijven langs, de wind ritselt door de bomen eronder, maar in wezen is er voor ons niets te zien behalve die maan. (228)

654
Overal mist, bijna onmogelijk te zien waar ik was. Misschien ook regen, maar druppels zo fijn dat ze wel damp leken. Een gevoel alsof ik niet meer op de grond stond, of ik door wolken liep. (248)

655
Wat lichtglimpen door het raam, een dun, nagloeiend wolkje rekkend langs de horizon, resten avondschemer. (253)

656

Ergens boven het Midden-Westen kwamen we in wat turbulentie terecht, ik at een beetje kip en dronk een glas wijn, ik keek uit het raampje – maar er gebeurde niets. Witte wolken, zilveren vleugel, blauwe lucht. Niets. (271)