vrijdag 26 juli 2013

los ingeslagen 105


29 mei 2013

We worden – het is het seizoen! – meegenomen naar de aspergeteelt op een of andere Kempense zandgrond. Zangerig legt aspergeboer X ons uit hoe de oogst verloopt. Plastic zeilen worden gekeerd, witte respectievelijk zwarte kant naar boven: dat maakt zes graden verschil. De scheuten schieten opwaarts, lucht en licht tegemoet. Vreemd, denk ik, hoe kunnen ze, diep in grond en duisternis gehuld, weten waar ‘boven’ is? Dat zou ik X vragen. Maar X legt iets anders uit: dat de grond perfect gekorreld moet zijn want de aanwezigheid van stenen zou kromme asperges opleveren omdat die op hun weg naar ‘boven’ rond die stenen zouden moeten groeien, en kromme asperges, die lust niemand. Ze laten zich ook niet makkelijk verpakken en schillen. Ook daarom moeten ze recht zijn. Wanneer de scheuten de gewenste omvang (lengte en dikte) hebben, kunnen ze worden uitgegraven en afgekraakt. Kraakwit, goed stijf en kakelvers worden ze gesorteerd en klaargemaakt voor verkoop en consumptie. Echt vers zijn asperges als ze, wanneer je twee exemplaren tegen elkaar aanwrijft, een piepend geluid voortbrengen. Niet klaaglijk maar eerder een beetje kirrend, frivool, genietend. Ja, inderdaad, een uit de kluiten gewassen asperge heeft wel iets van een penis in erectie. Dat hele aspergegedoe staat trouwens bol van de dubbelzinnigheid. En de makers van deze bijdrage voor het kookprogramma Dagelijkse Kost doen er nog een schepje bovenop. Op de voorgrond zien we zo’n stevige witte fallus de kop opsteken. Straks wordt hij uitgetrokken maar nu staat hij nog fier in de grond. Op de achtergrond ontfermt een aspergeplukster zich over de oogst van een volgende rij. Zij buigt voorover – de aspergepluk vergt stevige ruggen – en zie, door de halsopening van haar wat losjes zittende T-shirt zien wij hoe haar rijke natuur zich, in het beeld vlak boven de reikhalzende asperge op de voorgrond, mild aan ons toont. Voorwaar een smakelijke hors d’oeuvre.