zaterdag 28 september 2013

los ingeslagen 119


30 juli 2013

Facebook. En wat het met een mens doet.

Gisteren was er op Facebook de hele dag een opsporingsbericht aan het rondgonzen. ‘Delen alstublieft’, klonk de boodschap. ‘Deze verdwijning is echt onrustbarend.’ Serieuze mensen als Dirk Verhofstadt en Tessa Vermeiren deden eraan mee. Zij kenden die jonge vrouw, of haar ouders. Zij communiceerden hun ongerustheid. Doordat je die mensen respecteert, zet je even je ongeïnteresseerdheid aan de kant. Wie is die Aurore R.? Een foto. Blond, goedlachs. Een goed meisje. Altijd iemands kind ook. R.?, zou het familie zijn van – en dan denk je aan een man die je ooit bij een uitgeverij hebt ontmoet. Een link met de realiteit.

Waar buiten Facebook dergelijke opsporingsberichten je Siberisch koud laten, geraak je er hier willens nillens dichter op betrokken. En dat voel je dan ook wanneer ’s avonds al even viraal de onheilstijding wordt verspreid: Aurore R. is dood aangetroffen. Dat raakt je. Nooit ontmoet of zelfs maar van ver gekend, die vrouw, en toch voel je verdriet. Wellicht ook omdat je meevoelt met al die verdrieten van al die andere mensen.

Vandaag beheerst dit slechte nieuws de online kranten en het televisiejournaal. Dan zie je ook hoe die sociale media een op zich, hoe erg ook, niet zo belangrijke gebeurtenis uitvergroten. Die collectieve, grotendeels virtuele betrokkenheid vergroot het belang. Je mist intimiteit in dat bericht. Sommige zaken hoeven wij toch echt niet te weten? En dan worden reporters naar de Gentse Feesten gestuurd – daar was het dat Aurore R. naartoe was gegaan, alvorens midden in de nacht helemaal alleen de lange wandeling naar haar op de parkeerplaats van de Carrefour van Sint-Denijs-Westrem achtergelaten auto te maken. Bij beschonken feestvierders – het is zeven uur in de ochtend en daar rukken de vuilniswagens al aan – peilt de reporter naar de impact van het gebeurde op hun feestgevoel. Schokkend vind ik dat. Obsceen.


Een van de geïnterviewden zegt iets verstandigs. Het is niet prettig om vast te stellen, maar het is goed om eraan te worden herinnerd dat het misschien niet zo’n goed idee is om als vrouw alleen op zo’n ontiegelijk uur een lange wandeling door de stad en door bepaalde achterbuurten van de stad te maken. Dat is een verschrikkelijk terechte opmerking: in zo’n wereld leven we ook, al dan niet met feestgedruis op de achtergrond.