donderdag 17 juli 2014

tour 95



8 mei 2014

dag 10.7


In Caux moet ik aan mensen die net buiten komen om water vragen: een noodsituatie! Het is echt heet, en ik moet nog een eind want het ziet er niet naar uit dat ik voor Béziers iets zal vinden om te overnachten. Bovendien is het parcours behoorlijk lastig: hoe smaller de weg, hoe steiler de hellingen, en hier rijd ik van dorp naar dorp over kleine wegen in een geaccidenteerd reliëf met korte, maar nijdige niveauverschillen. Dat begint, zeker met de aanhoudende tegenwind en met een dagteller die ruim over de 100 kilometer gaat, door te wegen.


In Roujan zoek ik vergeefs naar een open café. Het is vandaag een feestdag, alles is dicht. Het enige wat open is – en ik ontdek het min of meer per toeval – is de boutique van een benzinestation. Daar vind ik een ijskastgekoelde halve liter Orangina: mijn potion magique! En de limonade – Avec sa pulpe! doet ook nu weer zijn werk want ik slaag er in om een hete honger te overwinnen en stevig in rechte lijn over de départementale (geel op de kaart) op het 20 kilometer verderop gelegen Béziers af te stevenen en daar in deze mij onbekende en weinig gastvrij ogende stad op goed geluk het hotel Paul Riquet in de rue Victor Hugo te vinden – niet helemáál een koosjere uitbating, lijkt me, maar voor mij toch meer dan goed genoeg. En bovendien moet ik maar de straat oversteken om chez Gino, die zonder enige twijfel een eerlijk man is, een stevige salade met magret de canard voorgeschoteld te krijgen. Uiteraard rijkelijk met Badois besprenkeld. 


Ik keer spoedig terug naar mijn hotelkamer, in plaats van een uitgebreide stadswandeling te maken (ik zou toch niet erg op mijn gemak zijn, eigenlijk) want ik heb nog notities van drie dagen her te verwerken.