dinsdag 22 juli 2014

wolken 1123-1138



wolkenfragmenten uit Jack Kerouac, Op weg

1123
Toen we bij een andere kruising stonden en er weer wolken kwamen, riep een andere cowboy, één meter tachtig lang en met een veel bescheidener hoed, ons om bij hem te komen en hij wilde weten of een van ons beiden kon rijden. (20)

1124
Grote namiddagwolken hingen boven het dal van de rivier. (99)

1125
Toen de dag aanbrak reden we door New Jersey, terwijl de grote wolk van de stad New York in de besneeuwde verte voor ons oprees. (112)

1126
Florida! We reden naar beneden naar de kustvlakte en Mobile; voor ons uit waren de grote drijvende wolken van de Golf van Mexico. (133)

1127
Het was in de richting van New Orleans; de wolken waren vreemd. (136)

1128
Boven ons hoofd zweefden grote prachtige wolken, valleiwolken die je de uitgestrektheid  van dat ouwe vervallen heilige Amerika van monding tot monding en punt tot punt deden voelen. (143)

1129
Bull ging zijn huis in en kwam terug met zijn jachtgeweer waar hij met een uitgestreken gezicht op ging staan leunen; de ongelooflijk domme lach op zijn gezicht onder de brede hoedrand; zijn hele lichaam dat zich bedeesd en slangachtig kronkelde terwijl hij stond te wachten, een groteske, lange, eenzame clown onder de wolken. (145)

1130
We waren in de bergen: er was een hemel van zonsopgang, koele paarse luchten, rode berghellingen, smaragden weiden in de dalen, dauw en voorbijtrekkende wolken van goud; op de grond gaten van de wangzakrat, cactussen, mesquitebomen. (157)

1131
Toen we over de grens tussen Colorado en Utah reden zag ik God aan de hemel in de vorm van enorme gouden wolken van zonnebrand boven de woestijn die met een vinger naar me wees en zei: ‘Ga hier door en dan verder, je bent op weg naar de hemel!’. (173)

1132
Alles sliertte als een wolk om hem heen. (192)

1133
Dean reed holderdebolder op de Berthoud Pas af, die honderd mijl verder op het dak der wereld stond, een geweldige Gibraltar-deur die in wolken was gehuld. (201)

1134
Daarna weer de velden van Indiana en als altijd ’s middags St. Louis en zijn grote wolken in de vallei. (241)

1135
Plotseling kreeg ik een visioen van Dean, een brandende huiverende verschrikkelijke Engel, die popelend over de weg naar me toe kwam, me als een wolk naderde, met enorme vaart, me als de in een lijkwade gehulde Reiziger op de vlakte vervolgde, op me afstevende. (244)

1136
Een poosje reden we doelloos rond en vroegen de mensen naar de dichtstbijzijnde kliniek. Die was bij het centrum, waar alles er meer welgedaan en Amerikaans uitzag, verschillende halve wolkenkrabbers en veel neonlichten en veel drugstores, maar waar de auto’s vanuit het donker om de stad doorheen raasden alsof er geen verkeerswetten bestonden. (256)

1137
Op deze hoge weg kwamen we niemand tegen. Hij kronkelde in de wolken en leidde naar een groot plateau op de top. Aan de andere kant van dit plateau zond de fabrieksstad Monterey haar rook naar de blauwe lucht op. Enorme wolken uit de Golf stonden als wol aan de schaal van de dag geschreven. (263)

1138
De wolken waren dicht en geweldig groot en kwamen steeds hoger. (283)