maandag 22 juni 2015

brief aan Bernard D.



Dag Bernard,


Ik wist wel dat ik je ooit nog ergens eens zou tegenkomen, maar had toch nooit kunnen voorspellen dat dit naar aanleiding van een door de woestijn kruipend mannetje zou gebeuren.

Ik vrees dat ik je niet kan helpen. Het voorbeeld voor de herinnering die ik daar beschreef, zat volledig in mijn hoofd. Ik besef nu zelfs dat ik als kind die tekeningen in de krant helemaal niet leuk vond. Of ze toch niet naar waarde wist te schatten. Ik keek er naar uit, dat wel, maar ik vond ze niet leuk: raar hé?

Ik vrees dat Alidor volledig uit het publiek domein verdwenen is. Misschien moet je je licht opsteken bij specialisten? Ik denk aan stripzaken, het stripmuseum, stripfanaten. Of misschien kan Karl van den Broeck je helpen? Die zit ook op Facebook en heeft tentakels in de stripwereld.

Ik moet je dus teleurstellen.

Op je uiting van hoop dat het goed met me gaat, kan ik melden dat ik op mijn manier door een woestijn ben gekropen. Maar dan wel een die, godzijdank, zeer gul bezaaid was met oases – dus zo erg als voor het Alidor-mannetje is het nooit geworden. Laat ons zeggen dat ik me hier en daar heb bezeerd aan een scherpe steen.

En met jou? Ik weet dat je een succesrijk kunstbeschouwer en een geliefd columnist bent, en ook een dichter natuurlijk, maar in het échte leven? Of is dat jouw echte leven?

Het doet me plezier dat je mijn blog kent.

Hartelijke groet,