maandag 28 september 2015

los ingeslagen 286 / droom # 68



26 december 2001

Droom: Ik kijk samen met G. uit het raam van een derde verdieping naar het pleintje voor het gebouw waarin wij ons bevinden. Beneden, op het gelijkvloers, bevindt zich de winkel die G., of de toekomstige volwassene in hem, uitbaat. Daar zou hij moeten op klanten wachten, maar hij blijft liever boven, bij mij, zijn vader. Er belt een klant aan. We roepen door het raam dat hij moet wachten, maar dat geduld wil die klant niet opbrengen. Wat later belt er iemand aan de deur van onze verdieping aan. Hij heeft zich op onduidelijke wijze toegang verschaft tot de winkel en van daaruit tot onze verdieping. Hij is speciaal naar boven gekomen om G. diens aandeel in de winst te komen overhandigen. Ik maak, vaderlijk, aan G. duidelijk dat hij daar beslist niet altijd zal moeten op rekenen: niet iedereen is zo eerlijk. (Het is overigens de eerste keer dat G. in een van mijn dromen een hoofdrol speelt.)


P. struikelt over het snoer dat de in het midden van de tafel opgestelde fonduepot van elektriciteit voorziet. Een deel van de kokende olie gutst over de rand, vlak naast P.’s hand en G.’s aangezicht. Dit was bijna een catastrofe…