dinsdag 19 april 2016

wolken 1823-1828



wolkenfragmenten uit Luc Sante, De feitenfabriek

1823
Op 25 mei voorspelde het ochtendblad een hoge temperatuur van twaalf graden (dat is 53 graden Fahrenheid), deels bewolkt, wind uit het zuiden, geen neerslag maar een luchtvochtigheid van zeventig procent, met later op de dag een kleine kans op storm – koel en nattig, het Belgische voorjaar. (41)

1824
Zowel Magritte als Pirenne waren visionairen van de verveling, de typisch Belgische verveling van een bewolkte zondagmiddag, de moordende verveling van de ambtenaar die thuis de overlijdensadvertenties in de plaatselijke bode zit te lezen in zijn clubfauteuil, op beide leuningen een antimakassar en een derde op de hoofdsteun, een bolhoed op de kapstok, een bureau met een gefranjerde loper onder onduidelijke prullaria, geretoucheerde foto’s van de overledenen in ovale lijstjes, drie naamloze bloemen verwelkend in een goedkope vaas. (158)

1825
Wijzelf deden overigens niets anders dan elf – of was het veertien – uur lang aan boord van een nauw schroefturbinevliegtuig van Sabena zitten, in de zon boven de wolken. (207)

1826
Ik vermoed dat we door Manhattan zijn gekomen, aangezien er in de tijd van vóór de Verrazanobrug geen andere doenlijke manier bestond om de Hudson over te steken, maar ik bezit geen schitterende herinneringen aan de eerste keer dat ik wolkenkrabbers zag. (209)

1827
De doe-boeken speelden ook in zo’n oord, een niet nader aangeduide Zomaarstad waar je blijkens de plaatjes in de boom achter het oude hek op de heuvel kon klimmen en uit kon kijken over de velden en voorbij de rivier, door de rook die uit de schoorsteen van een schip kwam, naar de radiotoren en de wolkenkrabber. Dit ideaalbeeld was nogal frustrerend: Summit miste de boomgaard, de baai, de grot, de nachtclub, het radiostation, de wolkenkrabber. (229)

1828
Misschien twijfelde ik er weleens aan of ik of iemand anders ooit de toekomst zou bereiken, een ideaal dat zo’n verleidelijke belofte inhield maar zulke strenge eisen stelde, een door wolken aan het zicht onttrokken bergtop. (259)