vrijdag 8 juli 2016

de zomer van 2016 – 21 / ferroviaire ervaring 53

Het meisje was in Gent naast me komen zitten. (...) Dit meisje was niet echt een schoonheid. Of nog niet, het kon er nog uit komen want zo gaat dat met jonge meisjes: plots is het daar, je verwacht het niet meer, maar de bloem springt open en het is een weelderige bloem met prachtige kleuren en zeer exuberant gevormde bloemblaadjes en meeldraden en stampers! Dit meisje had grove gelaatstrekken met hier en daar een pukkel, hield duidelijk niet van make-up, had lang sluik zwart haar en was ook helemaal in het zwart gekleed: een gezonde boezem onder het T-shirt, strakke jeans.

Een meisje dus en ze deed wat meisjes op de trein dan vaak doen als ze niet genoeg tijd hebben gehad om thuis op hun gemak te ontbijten: een tupperwaredoos met ontbijtgranen uit de tas halen en een potje yoghurt. Yoghurt en ontbijtgranen in de mix, en oplepelen maar. Ondertussen wordt via oortjes naar muziek op de iPhone geluisterd. Ik doe ondertussen van schrijfschrijf, ook al zit dat meisje naast mij te ontbijten en kan ze ondertussen van mijn scherm meelezen wat ik allemaal wereldkundig zit te maken.

Tot opeens het onverwachte gebeurt.

‘Dat gaat wel vlot!’

Ik kijk haar aan, voor het eerst écht eigenlijk, en dan door het raam naar het voorbijschuivende Pajottenland omdat ik denk dat ze het over de snelheid heeft waarmee de trein zich hoofdstadwaarts spoedt. Maar ze wijst met een hoofdknikje naar mijn scherm.

‘Ach, dat bedoel je. Ja, het valt wel mee.’

‘U moet er precies niet veel over nadenken.’

‘Neen, wat ik nu aan het schrijven ben, zit al helemaal klaar in mijn hoofd.’ Ik moet het er alleen maar uitrammen, denk ik erbij maar dat spreek ik niet uit.

‘En wat schrijft u?’

Het minste wat je kunt zeggen, laat ik mijn ene helft tegen de andere zeggen, is dat ze geen blad voor de mond neemt. ‘k Vind het wel sympathiek, eigenlijk. En ze heeft dat tupperwaredoosje heel proper leeggelepeld.

Ik vertel in het kort wat ik aan het schrijven ben en laat mijn exposé, wanneer ik het als afgerond beschouw, naadloos overgaan in een vraag die, net zoals datgene wat ik net aan het meisje vertelde, over lezen gaat – dus dat was logisch.

‘Lees je graag?’

Ze leest niet meer. Toch geen boeken. Vroeger, toen ze haar studie Frans-Spaans nog niet had afgebroken, las ze wel meer. Nu werkt ze voor een verzekeringsmaatschappij. En ze studeert ook: gezinswetenschappen. Want ze is niet van plan voor die maatschappij te blijven werken want, neen, verzekeringen is niet zo haar ding.

Het meisje vraagt niet wat ik doe.

We komen aan in Brussel-Zuid en ze vraagt me even mijn been opzij te houden zodat ze met haar lege yoghurtpotje bij het onder het raam tegen de wagonwand bevestigde vuilnisbakje kan. Ze vraagt of ik nog ver moet.

‘Neen hoor. Ik moet uitstappen in de Centraal. Ik heb dus nog net genoeg tijd om mijn spullen bijeen te rapen.’

Het meisje staat recht, zegt goeiedag en stapt af. Ik ken haar naam niet maar volgens mij heet ze Elsie. Of misschien Ilse.

Conversatietje met Noël Slangen op FB:
Pascal Cornet Toch paradoxaal: uit de liberale partij stappen om je vrije meningsuiting te heroveren!
Noël Slangen Een liberale partij verdient eveneens militanten die zich onvoorwaardelijk achter iedere beslissing kunnen zetten. Ik ben zo geen militant, vandaar mijn beslissing.
Pascal Cornet Ik begrijp en waardeer uw beslissing. Het enige wat ik met mijn reactie wou suggereren, is dat de politiek, los van welke strekking ook, tegenwoordig te zeer een zaak van partijen is en te weinig van individuele overtuigingen.